Klaar voor groep drie
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - maart 2007
Bij sommige kinderen lijkt het overduidelijk te zijn, dat ze toe zijn aan de nieuwe uitdagingen van groep drie. Kinderen die al een beetje lezen, simpele sommetjes kunnen maken en al meer kunnen schrijven dan hun naam en 'mama' en 'papa', lijken helemaal klaar te zijn voor groep drie. Dit terwijl een groep leeftijdgenoten die helemaal nog niet lezen, rekenen of schrijven, toch ook mee zal gaan naar groep drie.
En de meeste kinderen uit beide groepen zullen zich prima redden in groep drie. En in beide groepen zullen ook kinderen zijn die het niet zo gemakkelijk redden in groep drie, dus ook in de groep met kinderen die al kunnen lezen en rekenen. Mee kunnen komen in groep drie vraagt om meer dan alleen de verstandelijke ontwikkeling om te kunnen leren lezen, schrijven en rekenen. Ook sociaal-emotioneel moet een kind toe zijn aan groep drie.
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - maart 2007
Bij sommige kinderen lijkt het overduidelijk te zijn, dat ze toe zijn aan de nieuwe uitdagingen van groep drie. Kinderen die al een beetje lezen, simpele sommetjes kunnen maken en al meer kunnen schrijven dan hun naam en 'mama' en 'papa', lijken helemaal klaar te zijn voor groep drie. Dit terwijl een groep leeftijdgenoten die helemaal nog niet lezen, rekenen of schrijven, toch ook mee zal gaan naar groep drie.
En de meeste kinderen uit beide groepen zullen zich prima redden in groep drie. En in beide groepen zullen ook kinderen zijn die het niet zo gemakkelijk redden in groep drie, dus ook in de groep met kinderen die al kunnen lezen en rekenen. Mee kunnen komen in groep drie vraagt om meer dan alleen de verstandelijke ontwikkeling om te kunnen leren lezen, schrijven en rekenen. Ook sociaal-emotioneel moet een kind toe zijn aan groep drie.
Voor sommige kinderen is het beter om nog even in groep twee te blijven, ook als ze er cognitief wel aan toe zijn naar groep drie te gaan. Nog een jaar in groep twee blijven, is over het algemeen wenselijker dan later in de schoolloopbaan een jaar over moeten doen.
Onzekerheid, faalangst, nog erg speels zijn, een nog wat onstabiele motoriek of sociaal emotioneel nog niet toe zijn aan groep drie zijn allemaal aspecten die tot dit besluit kunnen leiden. Het kan voor een kind heel fijn zijn om even een van de oudste te zijn. Dit geeft zelfvertrouwen en een stimulans om te laten zien wat het kind in zich heeft.
Maar soms kunnen ook persoonlijke problemen, zoals een scheiding, verhuizing, overlijden van een dierbare er voor zorgen dat een kind niet toe is aan de uitdaging van groep drie.
Overigens is het niet verstandig een kind dat wel toe is aan groep drie nog een jaar in groep twee te laten, bijvoorbeeld omdat het kind nog wat jong is. Te lang in groep twee blijven kan voor verveling zorgen en zeer demotiverend werken.
Wanneer is een kind er aan toe naar groep drie te gaan?
De groep kinderen die starten in groep drie kan flink uiteenlopen in leeftijd. Het leeftijdsverschil tussen een late en een vroege leerling kan oplopen tot bijna een jaar. En dan zijn er ook nog vaak kinderen die een jaartje extra in groep twee gebleven zijn. Dat dit tot verschillen in ontwikkeling leidt, ligt voor de hand. Maar daar komt nog eens bij dat ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt en dat hierdoor ook flinke verschillen kunnen ontstaan tussen kinderen van wel ongeveer dezelfde leeftijd. Hoe een kind zich ontwikkelt wordt enerzijds bepaald door de rijping van het centraal zenuwstelsel en anderzijds door de stimulans van de omgeving. Wanneer de basisvaardigheden in motoriek, taal en waarneming die nodig zijn om het leerproces te kunnen beginnen, verworven worden, kan tussen kinderen tot twee jaar verschillen. Het ene kind verwerft ze al rond het vijfde jaar, het andere pas veel later. Tot het zevende jaar heeft het kind de tijd om deze basisvaardigheden te verwerven en spreken we nog van een normale ontwikkelingslijn. Ieder kind volgt zijn eigen ontwikkeling en eigen rijping en ouders moeten hierin een balans zien te vinden tussen stimuleren en laten rijpen. Normale verschillen in de ontwikkeling kunnen dus voor grote verschillen tussen kinderen zorgen in het moment dat zij echt toe zijn aan het leren in groep drie.
Om goed te kunnen functioneren in groep drie moet een kind zich enige tijd kunnen concentreren. Een kind van zes moet zich zo'n tien minuten achter elkaar kunnen concentreren op een taak die hij of zo niet zo leuk vindt. Een kind van deze leeftijd kan misschien wel heel geconcentreerd een half uur met blokken , knex of lego spelen, maar dat betekent nog niet dat het kind zich ook kan concentreren op een moeilijke en niet zo leuke opdracht. Het kind moet enige taakgerichtheid laten zien en moet enige tijd stil kunnen zitten.
Een groep drie leerling moet ook enigszins zelfstandig kunnen werken. Natuurlijk is er ruimte voor persoonlijke aandacht en begeleiding in groep drie, maar er moet ook een hoop zelfstandig gewerkt wordt na dat instructies gegeven zijn. Het kind moet dus ook enig (zelf)vertrouwen hebben in het eigen kunnen. En het kind moet weerbaar zijn, om goed te kunnen functioneren in groep drie. Er komen veel nieuwe dingen op het kind af, veel nieuwe leerstof, er worden veel nieuwe eisen aan het kind gesteld en het kind belandt vaak in een nieuwe groep omdat groep twee-kinderen uit verschillende klassen worden samengevoegd tot een groep drie. Een kind moet goed kunnen functioneren in een groep om zich prettig te kunnen voelen in groep drie
Een groep drie leerling moet ook in staat zijn een logisch verstaanbaar verhaal te vertellen. Daarnaast moet hij/zij aandachtig kunnen luisteren naar instructies en deze kunnen begrijpen en onthouden. En zowel de grove als fijne motoriek moeten op leeftijdsniveau zijn, om de nieuwe eisen van groep drie aan te kunnen.
Veel scholen maken gebruik van lijsten waarmee zij de ontwikkeling van het kind volgen en bekijken of een kind toe is aan groep drie. Hierbij wordt gekeken naar het spel van het kind, hoe het kind omgaat met opdrachten, hoe de concentratie zich ontwikkeld in groep twee en of het kind in de loop van groep twee zelfstandiger wordt.
Bij het uiteindelijke oordeel of een kind naar groep drie gaat wordt naar deze lijst gekeken, maar wordt ook zeker het persoonlijk oordeel van de leerkracht en het oordeel van de ouders meegenomen.
De eerste maanden in groep drie vragen veel van kinderen. Bijna alle kinderen maken een gewenningsperiode door, waarin we vaak zien dat het kind wat onzeker wordt, wat moeite heeft met het naar school gaan of wat moeilijk gedrag gaat laten zien. Het is belangrijk er voor te waken dat het kind deze eerste maanden niet overbelast raakt. Het kind moet zich buiten schooltijd goed kunnen ontspannen en niet te veel buitenschoolse activiteiten hebben. Ook is het goed om er op te letten dat het kind genoeg nachtrust krijgt.
Ouders willen natuurlijk graag dat hun kind het goed doet in groep drie, maar het is niet goed wanneer zij te veel gericht zijn op de prestaties van het kind. Begeleiden is prima, maar te veel met het kind gaan oefenen, wanneer hij/zij dit eigenlijk niet wil en de school dit niet vraagt, is onverstandig. Sommige kinderen hebben de eerste maanden nodig om te wennen in groep drie en blijken daarna de leerstof best aan te kunnen. Het is belangrijk dat kinderen de tijd krijgen om te wennen aan de nieuwe situatie in groep drie.
Een boekje of spel kan kinderen helpen bij het voorbereiden op de overgang naar groep drie (alleen als kind het zelf leuk vind) . Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek/spel te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Ik Leer Op Weg Naar Groep 3 (spel)
- Hoera Ik ga naar groep 3, Marianne Busser
- Loco Mini - Boekje - Ik kan lezen - 6 Jaar - Groep 3 (spel)
- De Grap Van Groep 3, Gisette van Dalen
- Koen en Lot 5 - Feest in groep drie, Marianne Busser
- Leren schrijven groep 2-3, Het alfabet (oefenboekje)
- Squla flitsquiz groep 1 2 3 - Educatief Kaartspel
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis
Literatuur
* Cornelisse, P. (2003) Rijp voor groep drie, hoe meet je dat? J/M oktober 2003
* Feddema, G. & Wagenaar (1998) En als we nou weer eens gewoon gingen opvoeden, Hoofdstuk 5 blz 202/ 204en hoofdstuk 6 blz 279 - 282 Van Holkema&Warendorf, Houten
* Goorhuis - Brouwer, S.(2005) Waarom peuters en kleuters nog geen leerlingen zijn. Pedagogiek in praktijk oktober 2005