Wanneer plagen pesten wordt.
drs. T. de Vos- van der Hoeven - mei 2001
Pesten of plagen?
Kinderen kunnen elkaar om vele redenen pesten. Dit kunnen lichamelijke kenmerken zijn zoals een wijnvlek, gezet zijn, een donkere huidkleur hebben etcetera. Maar ook dingen als een accent, goed of juist slecht kunnen leren of verlegen zijn kunnen leiden tot pestgedrag. Er zijn vele verschillende eigenschappen waarmee kinderen gepest kunnen worden.
Pesten is iets anders dan plagen. Plagen gebeurt tussen ongeveer gelijkwaardige of even sterke partners en gebeurt naar beide kanten, dus er is niet een plager en een geplaagde maar de kinderen plagen elkaar. En beide partijen zien het plagen vaak meer als een spel of een lolletje. De bedoelingen van het kind dat plaagt, zijn niet slecht, al kan een plagerij soms best even pijn doen. Bij pesten daarentegen is er sprake van een ongelijke machtsverhouding. De pester heeft macht over het kind dat gepest wordt. De pester heeft - bewust dan wel onbewust - de bedoeling om zijn slachtoffer te kwetsen.
drs. T. de Vos- van der Hoeven - mei 2001
Pesten of plagen?
Kinderen kunnen elkaar om vele redenen pesten. Dit kunnen lichamelijke kenmerken zijn zoals een wijnvlek, gezet zijn, een donkere huidkleur hebben etcetera. Maar ook dingen als een accent, goed of juist slecht kunnen leren of verlegen zijn kunnen leiden tot pestgedrag. Er zijn vele verschillende eigenschappen waarmee kinderen gepest kunnen worden.
Pesten is iets anders dan plagen. Plagen gebeurt tussen ongeveer gelijkwaardige of even sterke partners en gebeurt naar beide kanten, dus er is niet een plager en een geplaagde maar de kinderen plagen elkaar. En beide partijen zien het plagen vaak meer als een spel of een lolletje. De bedoelingen van het kind dat plaagt, zijn niet slecht, al kan een plagerij soms best even pijn doen. Bij pesten daarentegen is er sprake van een ongelijke machtsverhouding. De pester heeft macht over het kind dat gepest wordt. De pester heeft - bewust dan wel onbewust - de bedoeling om zijn slachtoffer te kwetsen.
Onder pesten wordt verstaan: het langdurig uitoefenen van geestelijk en/of lichamelijk geweld door een persoon of een groep tegen een eenling die niet in staat is zich te verdedigen.
Pesten kan vele vormen aannemen. Kinderen kunnen worden nageroepen, uitgescholden of belachelijk gemaakt worden. Soms worden kinderen ook vernederd of wordt er geslagen, geschopt en geknepen. Maar pesten kan ook een passievere vorm aannemen, waarbij het kind wordt buitengesloten en genegeerd, iets wat net zo pijnlijk kan zijn als schelden of slaan. Pesten komt ook niet af en toe voor, zoals plagen, om daarna weer enige tijd te verdwijnen. Pesten gebeurt vaak, soms dagelijks.
Bij het directe pesten zijn een 'pester` (de persoon of groep die negatieve handelingen verricht, agressief is) en een 'gepeste` (de persoon die de pesterijen ondergaat) betrokken. De gepeste is het doel van de agressie. Dit kind is vaak sociaal niet aanvaard in de groep en staat relatief hulpeloos ten opzichte van de agressie door meestal te passief en soms te provocerend te reageren.
Maar ook anderen in de omgeving van de pester en de gepeste, zoals ouders, leerkrachten en de rest van de groep/klas, spelen een grote rol in het pestgedrag. Zij laten het pesten gebeuren, grijpen niet in en geven hierdoor zowel de pester als de gepeste het idee dat deze situatie normaal is. Dat de pester het recht heeft te pesten en dat de gepeste het pesten maar gewoon moet ondergaan. Vaak ontstaat er hierdoor bij kinderen die gepest worden het idee dat het hun eigen schuld is.
Hoe vaak komt het voor?
De meeste basisschoolleerlingen, ruim 60%, worden wel eens gepest. Acht procent van hen wordt minstens één keer per week gepest. Dit zijn er minimaal twee per klas. Pesten gebeurt vooral op school. Vaak wordt de leraar wel op de hoogte gesteld van het pestgedrag, maar veel kinderen hebben het gevoel dat de leerkracht te weinig doet met deze melding.
Veertig procent van de kinderen geeft aan te proberen te helpen als een ander kind wordt gepest. Een ongeveer even grote groep kinderen vindt wel dat ze moeten helpen, maar doen het niet uit angst zelf gepest te worden of buiten de groep te vallen. Veel kinderen vertellen thuis niet dat ze gepest worden.
Van de leerlingen in het voortgezet onderwijs (klas 2 en 4) zegt 30% dat ze niet worden gepest. Twee procent wordt meer dan één keer per week gepest. In het middelbaar onderwijs hebben de leerlingen het gevoel dat de leerkrachten nog minder ingrijpen als er wordt gepest. Ruim 20% van de jongeren probeert de gepeste te helpen. Twee keer zoveel jongeren vinden dat ze eigenlijk moeten helpen, maar doen het niet.
Pesten kan het leven van het slachtoffer helemaal overhoop gooien en danig verzieken. Kinderen die gepest worden, schamen zich vaak en durven er niet goed met anderen over te praten. Zélfs niet met hun ouders. Maar vaak is uit signalen wel op te maken dat er iets aan de hand is. Mogelijke signalen zijn: angst om naar school te gaan, last krijgen van nare dromen en concentratiestoornissen waardoor de schoolprestaties achteruit gaan. Ook lichamelijke klachten zoals buikpijn, hoofdpijn of misselijkheid kunnen wijzen op pestproblematiek. Vaak zien we ook dat deze kinderen steeds somberder worden of zich steeds meer terugtrekken.
Ook op volwassen leeftijd kunnen nog gevolgen gevonden worden van pesten in de lagere schoolleeftijd. Onder meer in de vorm van depressie, gebrek aan zelfvertrouwen en storende herinneringen.
Maar pesten is zowel schadelijk voor de ontwikkeling van de gepeste als diegenen die pesten. De pesters pesten vaak om eigen problemen te overschreeuwen, vallen vaak met hun pestgedrag eigenlijk ook buiten de groep (al ervaart het kind dat gepest wordt dit vaak niet zo, omdat de groep het pesten laat gebeuren) en pesten is vaak ook een uiting van gebrek aan sociale vaardigheden. Pesters komen vaak ook wanneer zij wat ouder worden in de problemen omdat hun gedrag niet meer geaccepteerd wordt.
Pesten tegengaan
Kinderen die gepest worden krijgen vaak het advies flink te zijn en zich er niets van aan te trekken of het pesten te negeren. Het kind schiet daar zelden iets mee op. Het kind heeft er veel meer behoefte aan serieus genomen te worden, aandacht te krijgen en steun. Probeer samen met het kind te bedenken hoe het pesten kan stoppen en doe nooit iets waarvan het kind niet op de hoogte is of wat het kind niet wil. Dit laatste is echt zeer belangrijk. Goed bedoelende ouders of leerkrachten hebben nog wel eens de neiging 'eens even met de pesters te gaan praten'. Maar dit heeft vaak weinig effect en geeft het kind dat gepest wordt nog eens een deuk in het zelfvertrouwen en het vertrouwen in de mensen om hem/haar heen. Het is ook zeer goed voor het zelfvertrouwen van het kind wanneer hij/zij het gevoel heeft zelf iets aan het pesten gedaan te hebben. Het is altijd goed om ook de leerkracht op de hoogte te stellen van het probleem.
Vaak helpt het wanneer het kind ook de mogelijkheid krijgt zijn nare ervaringen en gevoelens te uiten. Niet ieder kind kan er makkelijk over praten. In dat geval kan gedacht worden aan tekenen, schrijven of rollenspellen spelen. Maar laat het kind dit zelf bepalen (zie ook 'verwerken van nare ervaringen' in de rubriek 'eerder verschenen' op deze site).
Ook zijn kinderen die gepest worden soms gebaat bij het stimuleren van de weerbaarheid. Er kan dan gedacht worden aan een cursus zelfverdediging of een groep voor sociale vaardigheden.
Ook leerkrachten spelen een belangrijke rol bij het tegengaan van pesten. Uiteraard kunnen zij de pesters aanspreken op hun gedrag. Maar ook kan het thema pesten als lesonderwerp in de groep gebracht worden. Hiervoor bestaan lesprogramma's
Pesten stopt niet vanzelf.
Om pesten te stoppen moeten er maatregelen genomen worden. In eerste instantie naar de pester en de gepeste toe. Maar ook de groep, de ouders en de leerkracht moeten hierbij betrokken worden. Bij het bestrijden van pesten wordt meestal uitgegaan van de vijfsporen-aanpak:
*Steun bieden aan het kind dat gepest wordt
*Steun bieden aan het kind dat zelf pest
*De middengroep betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem
*Werken aan het tot stand brengen van een algemeen beleid van de school rond veiligheid en pesten waar de hele school bij betrokken is
*De ouders steunen
Alleen op deze manier kan het pesten grondig aangepakt worden.
Er zijn verschillende boeken over pesten die kinderen inzicht kunnen geven in wat pesten is en hoe je er mee om kunt gaan. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Woezel & Pip - Stop, hou op!, Dromenjager (2 tot 6 jaar)
- Lotta en de pestvogel, Diane Put (4 tot 6 jaar)
- Pestkop, Beth Bracken (4 tot 8 jaar)
- Pesten: Stop!, Veronique Puts (6 tot 10 jaar) (onze recensie) n.b. momenteel niet verkrijgbaar
- Survivalgids - Wat als pesten je (k)raakt?, Kristl Habils (7 tot 12 jaar)
- Vlo en Stiekel - Pieter Koolwijk (8 tot 10 jaar)
- Pesten, Astrid Tulleners (9 tot 12 jaar)
Boeken voor ouders (Hoewel deze lijst zorgvuldig is samengesteld, kan Opvoedadvies.nl niet instaan voor de kwaliteit van de in deze boeken verstrekte informatie):
- Mama, ze pesten me! gids voor ouders van kinderen van 3 tot 12 jaar - Kristl Habils
- Alles over pesten - Mieke van Stigt
- Omgaan met pesten - Margo Henderson (onze recensie)
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis
De informatie voor dit artikel komt van de site www.pesten.net en www.ggzdrenthe.nl