In het verkeer
Wij hebben vijf kinderen. Ja, ik weet het, dat is volgens Nederlandse maatstaven veel. Maar dat heeft ons evengoed er niet van weerhouden. Ik ga sowieso graag een beetje in tegen wat 'normaal' gevonden wordt.
Goed, vijf kinderen dus, waarvan de oudste net elf is en de jongste twee. De planning was leuk steeds twee jaar er tussen, maar ja, Moeder Natuur liet zich niet dwingen dus de anderen zijn vijf , zeven en acht.
Wij hebben vijf kinderen. Ja, ik weet het, dat is volgens Nederlandse maatstaven veel. Maar dat heeft ons evengoed er niet van weerhouden. Ik ga sowieso graag een beetje in tegen wat 'normaal' gevonden wordt.
Goed, vijf kinderen dus, waarvan de oudste net elf is en de jongste twee. De planning was leuk steeds twee jaar er tussen, maar ja, Moeder Natuur liet zich niet dwingen dus de anderen zijn vijf , zeven en acht.
En dus gaan we op de fiets. Nou kan de jongste echt nog niet fietsen, dus daar is gelukkig geen discussie over. Haar jongste broertje liet zich tot voor kort bij wat langere fietstochtjes ook nog gedwee achterop zetten. Maar nu is hij tot inkeer gekomen. Bij mama achterop is niet cool en als je vijf bent dan doe je dat echt niet meer. En dus wilde mijnheer zelf op de fiets.
"Oké", dacht ik,: "gaan we doen". Maar dat viel even tegen. Want tja, hoe doe je dat, met vier kinderen tegelijk fietsen dwars door een toch redelijk druk bezocht dorp. Natuurlijk moet mijnheer "ik ben al vijf" naast mij fietsen. Maar dat houdt in dat zijn zus van zeven samen met haar broer moet fietsen. En eigenlijk vind ik haar daarvoor nog een beetje te jong. Onzin eigenlijk, want ze fietst keurig en alles gaat altijd goed. En zelfs onze puber in de dop besluit na wat gemopper over alleen achter ons moeten fietsen, toch maar gewoon mee te werken. Waarschijnlijk zag ze de opkomende wanhoop in mijn ogen.
En daar gaan we dan. En alles lijkt goed te gaan. Tot een automobilist zijn geduld thuis gelaten blijkt te hebben. Luid toeterend probeert hij langs ons te gaan terwijl wij bij het kruispunt even rustig blijven staan om de verkeerssituatie in ons op te nemen en te zorgen dat iedereen klaar is om te gaan oversteken. De man gebaart iets en toetert opnieuw. Ik vertel mijn kinderen vooral rustig de tijd te nemen en zich niets aan te trekken van die rare mijnheer.
Eenmaal aan de overkant zie ik nog net hoe de man, veel te hard gas gevend een zijstraat in draait, om daar vol in de remmen te moeten voor een tegenligger. Mijnheer was zo druk met zich te ergeren aan ons, dat hij even niet zag dat hij een eenrichtingsverkeersweg probeerde in te rijden.
Mijn vijfjarige genie kijkt mij aan en zegt: "Dat is wel gek hé, mama, die mijnheer doet net alsof wij het fout doen, maar hij kan er zelf helemaal niets van. Hij moet voortaan ook maar naast zijn moeder fietsen, toch."
Floor van Mengred