Lopen, en over water
Tijdens onze zomervakantie in Griekenland maakte ik dagelijks een wandeling van ruim een uur alleen met mijn driejarige dochter, als haar kleine broertje zijn middagslaap moest maken. Eigenlijk was niet zij het die de wandeling maakte, maar grotendeels ik, met 15 kilo extra op mijn nek. Want een stralende zon en dertig graden was voor haar een goed excuus het eens wat kalmer aan te doen en zich te laten vervoeren. En gelijk had ze, helemaal in zo'n heuvelachtig landschap.
Tijdens onze dagelijkse voettocht waarbij we werkelijk iedere uithoek van het kleine vissersdorpje bezochten -uithoeken die waarschijnlijk zelfs de lokale bewoners nog niet kenden- kwamen we vele voor haar interessante dingen tegen, zoals een speeltuin van een verlaten hotel. Hoewel de glijbaan eigenlijk te heet was geworden in de zon, kon ze de verleiding toch niet weerstaan en gleed met ernstig gezicht meermalen naar beneden. Maar ook kwamen we langs plekken waar de Griekse bevolking het nodig had gevonden vaten met dampend afval te dumpen in de berm. En waarvan al geruime tijd niemand het nodig vond dit op te ruimen. Zo leer je ook de andere kant van Kreta kennen, en misschien is dat maar goed ook want dat maakt dat je uiteindelijk toch wel weer naar huis verlangt. Ook Kreta heeft z'n eigen 'poep op de stoep', het is niet allemaal rozengeur en Retsina.
Maar veel interessanter tijdens onze wandelingen waren de vele gesprekken. Zo liepen we op een dag over de pier van het kleine haventje toen ze mij vroeg "Papa, wie heeft eigenlijk water gemaakt?". Omdat ik zo snel geen antwoord kon bedenken antwoordde ik haar "Tja, dat moet wel heel knap zijn als je dat kunt maken, ik weet het niet, dat is er nu eenmaal gewoon".
Dat vond ze toch wat te eenvoudig, ze had zelf al iets beters bedacht: "Volgens mij is het iemand die Engels kan praten". "Hoezo?" vroeg ik verbaasd. "Nou, Engels praten is heel moeilijk, en water maken ook". En zo was haar conclusie dat het water was gemaakt door een Engelsman. Voorlopig dan.
Tijdens onze zomervakantie in Griekenland maakte ik dagelijks een wandeling van ruim een uur alleen met mijn driejarige dochter, als haar kleine broertje zijn middagslaap moest maken. Eigenlijk was niet zij het die de wandeling maakte, maar grotendeels ik, met 15 kilo extra op mijn nek. Want een stralende zon en dertig graden was voor haar een goed excuus het eens wat kalmer aan te doen en zich te laten vervoeren. En gelijk had ze, helemaal in zo'n heuvelachtig landschap.
Tijdens onze dagelijkse voettocht waarbij we werkelijk iedere uithoek van het kleine vissersdorpje bezochten -uithoeken die waarschijnlijk zelfs de lokale bewoners nog niet kenden- kwamen we vele voor haar interessante dingen tegen, zoals een speeltuin van een verlaten hotel. Hoewel de glijbaan eigenlijk te heet was geworden in de zon, kon ze de verleiding toch niet weerstaan en gleed met ernstig gezicht meermalen naar beneden. Maar ook kwamen we langs plekken waar de Griekse bevolking het nodig had gevonden vaten met dampend afval te dumpen in de berm. En waarvan al geruime tijd niemand het nodig vond dit op te ruimen. Zo leer je ook de andere kant van Kreta kennen, en misschien is dat maar goed ook want dat maakt dat je uiteindelijk toch wel weer naar huis verlangt. Ook Kreta heeft z'n eigen 'poep op de stoep', het is niet allemaal rozengeur en Retsina.
Maar veel interessanter tijdens onze wandelingen waren de vele gesprekken. Zo liepen we op een dag over de pier van het kleine haventje toen ze mij vroeg "Papa, wie heeft eigenlijk water gemaakt?". Omdat ik zo snel geen antwoord kon bedenken antwoordde ik haar "Tja, dat moet wel heel knap zijn als je dat kunt maken, ik weet het niet, dat is er nu eenmaal gewoon".
Dat vond ze toch wat te eenvoudig, ze had zelf al iets beters bedacht: "Volgens mij is het iemand die Engels kan praten". "Hoezo?" vroeg ik verbaasd. "Nou, Engels praten is heel moeilijk, en water maken ook". En zo was haar conclusie dat het water was gemaakt door een Engelsman. Voorlopig dan.
"Dat is wel heel knap van dat kindje Jezus dat hij kan vliegen" zei mijn dochter vol bewondering. "Goh, als kindje Jezus dat al kan, kan hij dan misschien ook water maken?" flapte ik eruit. "Neeeee, natuurlijk niet" lachte ze me uit, "Jezus is nog maar een kindje". "Oh, maar zou zijn papa dat dan misschien wel kunnen?" vroeg ik haar. Ze dacht even na en besloot "Ja, dat denk ik wel".
Heb ik toch als overtuigd atheïst plotseling mijn dochter bekeerd...
Niels