Bang voor water
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - juni 2007
Baby's vinden het over het algemeen heerlijk om in bad te gaan. Toch is er ook een groepje baby's die vanaf het eerste begin een hekel hebben aan het in bad gaan. In plaats van te ontspannen, zetten ze het op een brullen. Dit kan komen door een verkeerde aanpak, bijvoorbeeld een te koud of te warm bad, meteen in bad vlak na de geboorte wanneer het kind nog aan het bijkomen van de bevalling is of met de te veel haast in bad gestopt worden etcetera. Maar ook dat kan niet altijd verklaren waarom een baby hekel heeft aan water, soms lijkt er geen verklaring te zijn. Gelukkig wennen de meeste baby's toch aan het badderen en kan met een beetje geduld toch een manier van badderen (of douchen) gevonden die het kind prettig vindt.
Naast deze groep kinderen die vanaf al heel jong een wat negatieve houding hebben ten opzicht van water, is er ook een groep kinderen die in hun jonge jeugd heel vrij in het water waren, maar bij het ouder worden bang worden voor water. Deze angst kan ontstaan door een negatieve ervaring zoals per ongeluk even onder water raken of onverwachts water in het gezicht gespat krijgen. Maar bij het ouder worden gaan kinderen ook steeds meer nadenken over de wereld om zich heen en worden zich bewuster van eventuele gevaren. Het kind begint te beseffen dat je onder water kunt raken, dat je onderwater niet kunt ademen etcetera.
Maar ook de fantasie van kinderen kan voor angst gaan zorgen. Net zoals kinderen bang kunnen zijn in het bad door het putje weg te spoelen, kunnen kinderen andere onrealistische ideeën ontwikkelen met betrekking tot water en wat er met ze kan gebeuren in het water.
Kinderen zijn ook heel gevoelig voor de signalen die hun ouders geven. Wanneer ouders steeds angstig reageren en veel waarschuwen wanneer het kind dicht bij water komt kan het idee ontstaan bij het kind dat water dus eng is. Natuurlijk is het goed om als ouder alert te zijn wanneer kinderen dicht bij water komen en natuurlijk moet het kind uitgelegd worden dan je niet zo maar in het water kan gaan, dat je eerst moet leren zwemmen voordat je veilig bent in het water. Maar de manier waarop dit aan het kind over gebracht wordt is wel belangrijk. Het is niet de bedoeling dat een kind bang wordt voor het water, het moet alleen leren voorzichtig te zijn. Ouders moeten een balans vinden tussen hoe kind leren voorzichtig te zijn en hun kind voldoende vrij te laten rondom water zodat er geen onnodige angst ontstaat.
Een andere manier waarop kinderen angst van hun ouders kunnen leren is wanneer een ouder zelf bang is voor het water. Wanneer een ouder steeds aan de kant blijft of alleen in ondiep water blijft ontstaat het idee bij het kind dat dieper in het water gaan dus heel eng is, want als je ouder al bang is hoe beangstigend moet dit als kind dan wel zijn.
Maar omgekeerd kunnen ouders die juist heel veel van hun kind verwachten in het water (b.v. omdat zij zich zelf heel vrij voelen in het water) en veel eisend zijn, ook angst bij het kind creëren omdat het kind het gevoel heeft niet aan de verwachtingen van de ouders te kunnen voldoen.
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - juni 2007
Baby's vinden het over het algemeen heerlijk om in bad te gaan. Toch is er ook een groepje baby's die vanaf het eerste begin een hekel hebben aan het in bad gaan. In plaats van te ontspannen, zetten ze het op een brullen. Dit kan komen door een verkeerde aanpak, bijvoorbeeld een te koud of te warm bad, meteen in bad vlak na de geboorte wanneer het kind nog aan het bijkomen van de bevalling is of met de te veel haast in bad gestopt worden etcetera. Maar ook dat kan niet altijd verklaren waarom een baby hekel heeft aan water, soms lijkt er geen verklaring te zijn. Gelukkig wennen de meeste baby's toch aan het badderen en kan met een beetje geduld toch een manier van badderen (of douchen) gevonden die het kind prettig vindt.
Naast deze groep kinderen die vanaf al heel jong een wat negatieve houding hebben ten opzicht van water, is er ook een groep kinderen die in hun jonge jeugd heel vrij in het water waren, maar bij het ouder worden bang worden voor water. Deze angst kan ontstaan door een negatieve ervaring zoals per ongeluk even onder water raken of onverwachts water in het gezicht gespat krijgen. Maar bij het ouder worden gaan kinderen ook steeds meer nadenken over de wereld om zich heen en worden zich bewuster van eventuele gevaren. Het kind begint te beseffen dat je onder water kunt raken, dat je onderwater niet kunt ademen etcetera.
Maar ook de fantasie van kinderen kan voor angst gaan zorgen. Net zoals kinderen bang kunnen zijn in het bad door het putje weg te spoelen, kunnen kinderen andere onrealistische ideeën ontwikkelen met betrekking tot water en wat er met ze kan gebeuren in het water.
Kinderen zijn ook heel gevoelig voor de signalen die hun ouders geven. Wanneer ouders steeds angstig reageren en veel waarschuwen wanneer het kind dicht bij water komt kan het idee ontstaan bij het kind dat water dus eng is. Natuurlijk is het goed om als ouder alert te zijn wanneer kinderen dicht bij water komen en natuurlijk moet het kind uitgelegd worden dan je niet zo maar in het water kan gaan, dat je eerst moet leren zwemmen voordat je veilig bent in het water. Maar de manier waarop dit aan het kind over gebracht wordt is wel belangrijk. Het is niet de bedoeling dat een kind bang wordt voor het water, het moet alleen leren voorzichtig te zijn. Ouders moeten een balans vinden tussen hoe kind leren voorzichtig te zijn en hun kind voldoende vrij te laten rondom water zodat er geen onnodige angst ontstaat.
Een andere manier waarop kinderen angst van hun ouders kunnen leren is wanneer een ouder zelf bang is voor het water. Wanneer een ouder steeds aan de kant blijft of alleen in ondiep water blijft ontstaat het idee bij het kind dat dieper in het water gaan dus heel eng is, want als je ouder al bang is hoe beangstigend moet dit als kind dan wel zijn.
Maar omgekeerd kunnen ouders die juist heel veel van hun kind verwachten in het water (b.v. omdat zij zich zelf heel vrij voelen in het water) en veel eisend zijn, ook angst bij het kind creëren omdat het kind het gevoel heeft niet aan de verwachtingen van de ouders te kunnen voldoen.
Bij sommige kinderen is er sprake van een waterfobie, maar dit komt maar zeer weinig voor en zal in dit artikel buiten beschouwing gelaten worden.
Vaak is het niet mogelijk om precies te zeggen waardoor de angst voor het water ontstaan is, meestal is er sprake van een samenloop van omstandigheden. En ook het karakter van het kind speelt hierbij een rol. Menig kind gaat wel eens kopje onder in het (zwem)bad of krijgt een plens water in het gezicht en niet ieder kind reageert hierop met angst. Het ene kind is nu eenmaal vrijer in het water dan het andere kind, zonder dat hier een oorzaak voor aan te wijzen is.
Hoe omgaan met waterangst bij kinderen
Watervrees komt vrij vaak voor, zo'n drie op de tien kinderen worstelt in meer of mindere mate met angst voor water. Soms wordt dit af gedaan als onzin door ouders of badinstructeurs en wordt het beschouwd als iets waar het kind even door heen moet of wat wel uit het hoofd te praten is. Helaas wordt met deze houding vaak meer schade gedaan dan dat het kinderen helpt hun angst te overwinnen.
Van zeer groot belang is dat een kind met watervrees niet gedwongen wordt dingen te doen dit het echt niet durft. De angst moet serieus genomen worden en dingen forceren vergroot de angst alleen maar.
Door het kind langzaam steeds meer bloot te stellen aan water en het kind te laten wennen aan het water kan veel meer bereikt worden en kan het kind steeds zelf gestimuleerd worden een volgend stapje te zetten in het wennen aan het water en het overwinnen van de angst. Het is aan te raden het tempo hierbij te laten bepalen door het kind. Met behulp van veel complimenten en aansporingen kan het kind steeds gestimuleerd worden een stapje verder te gaan. Belangrijk is dat er niet met boosheid gereageerd wordt op de angst. Boosheid vergroot de angst enkel. En geduld is heel belangrijk.
Het beste is het klein te beginnen en eerst het kind het plezier in het spelen met water te laten ervaren. Met emmertjes water en wat bakjes kan veel plezier beleefd worden. Langzaam aan kan het spel steeds meer verschoven worden naar de rand van het (ondiepe) kinderbad, zodat ook het grotere wateroppervlak betrokken kan worden bij het spel (bv water uit het bad scheppen in de emmer). Vaak zullen kinderen tijdens hun spel dan al zelf het water in gaan lopen. Wanneer dit niet het geval is kan dit na enige tijd rustig gestimuleerd worden door een bakje wat weg te laten drijven en met het kind aan de hand het samen te gaan halen.
Wanneer het kind ook hier aan gewend is kan er nog wat dieper het water in gegaan worden (bv tot de knieën) of kan het kind gestimuleerd worden in het ondiepe water te gaan zitten. Vaak wordt aangeraden staand te beginnen, dan op de hurken en dan pas te gaan zitten gevolgd door liggen.
Voor het gevoel van veiligheid is het belangrijk steeds bij het kind te blijven en duidelijke afspraken te maken wat er gaat gebeuren. Het kind tijdens het drijven zonder dit afgesproken te hebben los laten om het kind te laten ervaren dat het ook los kan drijven zal de angst eerder vergroten dan verkleinen en ook het vertrouwen in de ouder of zweminstructeur schaden.
Juist door het kind kennis te laten maken met het water en hierbij te leren op welke manieren 'in het water zijn' anders is dan 'buiten het water' (opwaartse kracht van het water waardoor je kunt drijven, moeilijker lopen onder water door weerstand van het water, moeilijker evenwicht houden etcetera) leren kinderen vertrouwen op zichzelf in het water. Ze leren zich veilig te voelen in het water omdat ze er controle over leren hebben.
In dit licht is het dan ook goed wanneer kinderen eerst leren drijven voordat ze leren zwemmen. Het geeft het kind een veilig gevoel dat het ook wanneer het niet zwemt, kan blijven drijven. Ook het leren opstaan in het water is iets wat kinderen zo snel mogelijk moeten leren binnen de zwemles. Opstaan in het water is best lastig en kost meer tijd dan opstaan vanaf de grond. Door het kind dit te leren voelt het zich ook veiliger in het water.
Al deze zaken dragen er aan bij dat het kind watervrij wordt, iets wat essentieel is voor het goed leren zwemmen. Een kind met watervrees wil vooral zekerheid. Ze durven vaak wel het water is, zolang ze maar vloer onder hun voeten houden en met hun handen en hoofd boven water kunnen blijven. Door het kind te laten ervaren dat het ook controle kan houden liggend in het water omdat het kind kan drijven en kan opstaan in het water en dat het ook met het gezicht onder water de controle kan houden, kan een deel van de angst weg genomen worden.
Door met het kind te praten over de angst kan ook een duidelijk beeld ontstaan waarvoor het kind nu precies bang is. Een ouder kan wel denken dat het kind bang is het niet te redden zonder lucht onder water, terwijl het kind vooral bang is voor het gevoel van het water tegen de ogen. De eerste angst vraagt om een andere aanpak dan de tweede. Door te praten over de angst kan er een aanpak gekozen worden die zo veel mogelijk aansluit bij de angst van het kind.
Veel van de bovengenoemde dingen zijn ook thuis in bad of onder de douche te oefenen (adem in houden, water in het gezicht, water in de mond en uitspugen, bellen blazen onder water, onder water met het gezicht, ogen ophouden onder water etcetera) waardoor het kind zich al wat zekerder kan voelen wanneer het begint aan de zwemles. Wanneer het kind dan begint aan de zwemles is het verstandig de zweminstructeur op de hoogte te stellen van de angst van het kind en na te vragen hoe hier mee om gegaan wordt in de les. Een kind met watervrees heeft het nodig dat de ouders waken over het verloop van de zwemles en het kind beschermen tegen dwang of het forceren van dingen. Want alleen met plezier in het zwemmen en de juiste aansporing kan een kind zijn angst overwinnen en het zwemmen op een goede manier onder de knie krijgen. Door in het begin wat extra tijd te steken in het overwinnen van de angst kan later een hoop tijd bespaart worden bij het leren zwemmen omdat het kind vertrouwt op het eigen kunnen.
Een boek lezen over (angst voor) water en de zwemles kan kinderen helpen bij het overwinnen van hun angst. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Kikker in het water, Velthuijs, Max (0 tot 1,5 jaar)
- Floddertje in bad, Annie M.G. Schmidt (1 tot 3 jaar)
- De krokodil die niet van water hield, Gemma Merino (4 tot 7 jaar)
- Borre gaat op zwemles, Jeroen Aalbers (4 tot 7 jaar)
- Liselotje gaat naar zwemles, Marianne Busser (4 tot 7 jaar)
- Zeno Op Zwemles, E. Rodriguez (4 tot 7 jaar)
- Casper en Emma - Krijgen zwemles, Tor Åge Bringsværd (5 tot 7 jaar)
- In het diepe, Hans Kuyper (6 tot 9 jaar)
- Met je hoofd boven water, Gideon Samson (8 tot 12 jaar)
Hulpmiddelen (Voor meer informatie en de mogelijkheid om te kopen bij Bol.com klik je op de link):
- Een douche kap kan helpen bij kinderen die een hekel hebben aa water in hun gezicht bij het haren wassen
- Met een drijfband kan je baby veilig aan het water wennen
- Een zwemgordel beschermt jonge kinderen en kan helpen bij het oefenen met zwemmen
- Een zwemvest beschermt jonge kinderen en kan helpen bij het oefenen met zwemmen
- Ook zwembandjes zorgen voor bescherming en ondersteuning van je kindje in het water
Opvoedadvies.nl biedt ook een workshop aan over angst voor de zwemles, geschikt voor voor zwemscholen, sportvereniging, ouderverenigingen en alle andere organisatie die samen werken met ouders en kinderen. De workshop is te vinden op onze pagina: “Workshops”
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis
Informatie voor dit artikel komt van:
http://www.e-gezondheid.be
http://zid.nrz.nl : Angst, een probleem bij het leren zwemmen, André van der Sluis