Het zelfbeeld van kinderen
drs. T. de Vos- van der Hoeven - september 1999
Voor ieder mens is het zelfbeeld heel belangrijk. Het is van grote invloed op het zelfvertrouwen. Wanneer iemand van zichzelf denkt: 'Ik ben aardig en de moeite waard' zal dit veel zelfvertrouwen opleveren. Terwijl iemand die denkt: 'Ik word ook zo snel driftig, natuurlijk vinden ze me niet aardig' zijn zelfvertrouwen danig schaadt.
Kinderen worden niet geboren met gedachten over zichzelf. In eerste instantie ervaart een kind zichzelf en de mensen om zich heen niet als individuen. Ze leren over zichzelf te denken door wat er tegen ze gezegd wordt en hoe ze behandeld worden. Bij een positieve relatie krijgt het kind het gevoel gewaardeerd en geaccepteerd te worden. En wanneer je gewaardeerd wordt, ben je dus de moeite waard en kan je een positief zelfbeeld ontwikkelen. De manier waarop je over jezelf denkt beïnvloedt je gedrag weer. Een kind dat het gevoel heeft door zijn ouders lief gevonden te worden, zal sneller geneigd zijn iets te doen voor zijn ouders dan een kind dat het gevoel heeft dat zijn ouders hem maar vervelend vinden. Het kind dat dan helpt met bijvoorbeeld de tafel dekken, zal opnieuw door de ouders gewaardeerd worden en zich opnieuw goed over zichzelf voelen. Het kind dat niet heeft geholpen met het dekken van de tafel omdat hij denkt: 'Het maakt toch niet uit, mama is toch altijd boos op me' zal opnieuw deze boosheid op zijn hals halen en ook gesterkt worden in zijn negatieve zelfbeeld. Zo belanden ouder en kind in een vicieuze cirkel en kan ongemerkt een zeer ongewenste situatie ontstaan, die niet zo eenvoudig te doorbreken is.
Voor de vorming van het zelfbeeld zijn voor kinderen de ouders van zeer groot belang. De eerste en meeste ervaringen die kinderen hebben zijn met de ouders. Omdat de relatie met de ouders heel intensief is en heel belangrijk voor het kind (en natuurlijk ook voor de ouders), zal het kind veel waarde hechten aan de opmerkingen van de ouders, vooral wanneer deze vaak herhaald worden. Hoe vaker de opmerking herhaald wordt, hoe sterker het kind gaat geloven in de waarheid van de opmerking en hoe sterker het zelfbeeld, dat het kind gevormd heeft, bevestigd wordt. En dit zelfbeeld bepaalt hoe het kind zich gedraagt en voelt. Een kind dat het gevoel heeft niet de moeite waard te zijn, kan neerslachtig worden, zich terugtrekken en geen hulp meer accepteren. Het kind moet eerst weer positiever over zichzelf leren denken, voordat het zich weer positiever kan gaan gedragen.
Kinderen kunnen heel gevoelig zijn voor de opmerkingen van hun ouders. Soms kan een opmerking die door de ouders absoluut niet kwaad bedoeld is wel zo opgevat worden door het kind (b.v. omdat het kind hetgeen u zegt te letterlijk neemt). Dit betekent niet dat u alles wat u zegt woord voor woord moet afwegen, maar het is wel iets waar u attent op kunt zijn. Een voorbeeld uit de praktijk.
drs. T. de Vos- van der Hoeven - september 1999
Voor ieder mens is het zelfbeeld heel belangrijk. Het is van grote invloed op het zelfvertrouwen. Wanneer iemand van zichzelf denkt: 'Ik ben aardig en de moeite waard' zal dit veel zelfvertrouwen opleveren. Terwijl iemand die denkt: 'Ik word ook zo snel driftig, natuurlijk vinden ze me niet aardig' zijn zelfvertrouwen danig schaadt.
Kinderen worden niet geboren met gedachten over zichzelf. In eerste instantie ervaart een kind zichzelf en de mensen om zich heen niet als individuen. Ze leren over zichzelf te denken door wat er tegen ze gezegd wordt en hoe ze behandeld worden. Bij een positieve relatie krijgt het kind het gevoel gewaardeerd en geaccepteerd te worden. En wanneer je gewaardeerd wordt, ben je dus de moeite waard en kan je een positief zelfbeeld ontwikkelen. De manier waarop je over jezelf denkt beïnvloedt je gedrag weer. Een kind dat het gevoel heeft door zijn ouders lief gevonden te worden, zal sneller geneigd zijn iets te doen voor zijn ouders dan een kind dat het gevoel heeft dat zijn ouders hem maar vervelend vinden. Het kind dat dan helpt met bijvoorbeeld de tafel dekken, zal opnieuw door de ouders gewaardeerd worden en zich opnieuw goed over zichzelf voelen. Het kind dat niet heeft geholpen met het dekken van de tafel omdat hij denkt: 'Het maakt toch niet uit, mama is toch altijd boos op me' zal opnieuw deze boosheid op zijn hals halen en ook gesterkt worden in zijn negatieve zelfbeeld. Zo belanden ouder en kind in een vicieuze cirkel en kan ongemerkt een zeer ongewenste situatie ontstaan, die niet zo eenvoudig te doorbreken is.
Voor de vorming van het zelfbeeld zijn voor kinderen de ouders van zeer groot belang. De eerste en meeste ervaringen die kinderen hebben zijn met de ouders. Omdat de relatie met de ouders heel intensief is en heel belangrijk voor het kind (en natuurlijk ook voor de ouders), zal het kind veel waarde hechten aan de opmerkingen van de ouders, vooral wanneer deze vaak herhaald worden. Hoe vaker de opmerking herhaald wordt, hoe sterker het kind gaat geloven in de waarheid van de opmerking en hoe sterker het zelfbeeld, dat het kind gevormd heeft, bevestigd wordt. En dit zelfbeeld bepaalt hoe het kind zich gedraagt en voelt. Een kind dat het gevoel heeft niet de moeite waard te zijn, kan neerslachtig worden, zich terugtrekken en geen hulp meer accepteren. Het kind moet eerst weer positiever over zichzelf leren denken, voordat het zich weer positiever kan gaan gedragen.
Kinderen kunnen heel gevoelig zijn voor de opmerkingen van hun ouders. Soms kan een opmerking die door de ouders absoluut niet kwaad bedoeld is wel zo opgevat worden door het kind (b.v. omdat het kind hetgeen u zegt te letterlijk neemt). Dit betekent niet dat u alles wat u zegt woord voor woord moet afwegen, maar het is wel iets waar u attent op kunt zijn. Een voorbeeld uit de praktijk.
Of een kind positief over zichzelf denkt wordt voor een groot deel bepaald door honderd-en-een kleine situaties in het dagelijks leven. Die ene ruzie waarin het kind enorm op zijn kop krijgt en dingen gezegd worden waar iedereen later spijt van heeft, zal het zelfbeeld niet direct schaden, vooral niet wanneer het kind in het dagelijks leven wel gewaardeerd wordt. Terwijl een kind dat niet enorm op zijn kop krijgt, maar wel iedere dag kleine negatieve opmerkingen krijgt wel een negatief zelfbeeld kan ontwikkelen.
Ook de manier waarop iets gezegd wordt is van groot belang. Gebaren en gezichtsuitdrukkingen zijn zeer belangrijk. Wanneer deze overeenstemmen met wat er gezegd wordt, zal het gezegde snel geloofd worden. Als iemand zegt dat het niet erg is wat je gedaan hebt, maar hier verdrietig of boos bij kijkt, kan dit voor grote verwarring en onzekerheid zorgen. Wat moet er dan geloofd worden, het geen er gezegd wordt of hetgeen de gezichtsuitdrukking zegt? Voor kinderen is vaak de gezichtsuitdrukking belangrijker dan hetgeen er gezegd wordt. Kinderen zijn zeer gevoelig voor gebaren, gezichtsuitdrukkingen en de toon waarop iets gezegd wordt. Waarschijnlijk komt dit doordat het kind als baby deze informatie wel al kon begrijpen en hetgeen er gezegd werd nog niet.
Als ouder hebt u dus grote invloed op het zelfbeeld van uw kind. U kunt uw zoon of dochter helpen een positief zelfbeeld te vormen door complimenten te geven, te waarderen wat er goed gaat ook al gaat er ook iets niet goed, opbouwende kritiek te geven en kinderen de kans te geven de gevolgen van hun eigen gedrag te ervaren.
Het compliment: 'Wat lief dat je de tafel alvast gedekt hebt, dat scheelt mij een hoop werk.' vertelt het kind veel meer dan het compliment: 'Wat ben je toch lief'.
Met andere woorden: een goed compliment vertelt een kind welk gedrag gewaardeerd wordt en waarom het gedrag gewaardeerd wordt. En een compliment werkt het beste wanneer het gecombineerd wordt met de juiste gezichtsuitdrukking en gedrag, zoals een lach, een knuffel of een kus. Vooral bij erg jonge kinderen zijn het gedrag en de gezichtsuitdrukking van groot belang. Vaak zijn een knuffel en een glimlach bij deze kleine kinderen al genoeg, omdat ze het compliment nog niet begrijpen. Toch kan het goed zijn het compliment toch te geven, om hier alvast een gewoonte van te maken.
Ook wanneer het kind iets gedaan heeft wat verwacht werd, kan het goed zijn een compliment te geven: 'Wat fijn dat je gedaan hebt wat ik je vroeg.'
Waardeer dat wat goed gaat eerst: vaak zal het gebeuren dat uw kind iets probeert te doen, maar dat het niet helemaal goed gaat. U kunt dan de nadruk leggen op dat wat er mis is gegaan, maar dit zal het kind niet motiveren het nogmaals te proberen.
Wanneer u eerst de nadruk legt op het feit dat het kind heeft geprobeerd iets te doen dat u op prijs stelt, dan zal dit wel motiveren het nogmaals te proberen.
Natuurlijk mag u wel iets zeggen over wat er verkeerd is gegaan, maar probeer dit niet het positieve van het proberen te laten overschaduwen. Een voorbeeld
Uw kind heeft de afwas gedaan en hierbij de keukenvloer erg nat gemaakt. U kunt dan zeggen: 'Moet je nou zien, de hele vloer is nat.' Uw kind zal dan denken: 'Ik doe het niet meer. Mama was helemaal niet blij en ik kan het ook helemaal niet.' Beter is het om te zeggen: 'Wat goed dat je de afwas gedaan hebt, dank je wel, dat scheelt mij een hoop werk. Zullen we zo alleen nog wel even het water op de vloer opdweilen.' Het kind zal dan de waardering voelen en de kans is groot dat hij/zij de volgende keer opnieuw de afwas zal doen en proberen minder te spatten.
Opbouwende kritiek geven: natuurlijk zal het ook regelmatig gebeuren dat uw kind iets doet wat helemaal niet positief is, wat u boos maakt en waar u begrijpelijkerwijs iets van zeggen wilt. Voor het geven van deze kritiek geld eigenlijk het zelfde als voor het geven van een compliment. Wees duidelijk en concreet. Opbouwende kritiek vertelt welk gedrag niet gewenst is en waarom het niet gewenst is. Zeer zinvol kan het zijn om meteen te vertellen welk gedrag er wel gewaardeerd zou worden in deze situatie.
Een voorbeeld: Uw zoon van 12 komt te laat thuis. Opbouwende kritiek zou zijn: 'Ik vind het erg vervelend dat je te laat thuis komt, nu is het eten koud geworden. In het vervolg verwacht ik dat je om zes uur binnen bent. En als dit niet lukt, dan laat je dat ruim van te voren weten, zodat ik er rekening mee kan houden.' De jongen weet nu veel meer dan wanneer er gezegd zou zijn: 'Ben je nou alweer te laat, er valt ook niets met jou te beginnen.'
Ook belangrijk bij het geven van kritiek is dat u duidelijk weet te maken dat u het gedrag afkeurt, maar niet het kind. 'Wat ben je toch vervelend' klinkt een stuk zwaarder dan 'Wat doe je toch vervelend'. Het is één woord verschil, maar voor een kind gevoelsmatig een wereld van verschil.
Gevolgen van gedrag leren ervaren: kleine kinderen zijn zich er niet van bewust dat ze verantwoordelijk zijn voor hun eigen gedrag. Ze moeten dit leren door de gevolgen van hun gedrag te ervaren. Natuurlijk gaat het hierbij alleen om gevolgen waarvan u van mening bent dat uw kind ze aankan. Geef uw kind wat ruimte om zelf dingen te ondernemen, maar stel wel grenzen. Als er gevaar dreigt grijpt u natuurlijk in en als u twijfelt of een kind iets aankan, doe het dan in eerste instantie samen met uw kind. Een beetje angst en spanning kan er bij horen, dit helpt bij het proces van zelfstandig worden. Als uw kind ondanks zijn/haar angst iets gedaan heeft zal dit ook bijdragen aan een positief zelfbeeld. Let er wel op dat u niet te hoge verwachtingen stelt. Probeer de juiste balans te vinden in wat uw kind aankan en houdt steeds rekening met zijn/haar leeftijd en capaciteiten.
In veel gevallen hoeft het kind niet beschermd te worden. De vervelende gevolgen leren het kind verantwoordelijk te zijn voor zijn eigen gedrag en leren het kind dit gedrag de volgende keer niet meer te vertonen. Maak van te voren geen ruzie over dit gedrag, waarschuw hoogstens voor de gevolgen. Een voorbeeld:
Uw dochter (14 jaar) komt iedere ochtend moeilijk uit bed. Steeds weer moet u haar opnieuw wakker maken omdat ze haar wekker uit zet. Doordat u haar steeds wakker maakt komt ze nooit te laat op school en ervaart ze nooit de nadelige gevolgen van haar gedrag. Door haar niet opnieuw wakker te maken, zal ze te laat op school komen, hiervoor straf krijgen en leren dat ze beter meteen uit bed kan gaan als haar wekker afloopt. Op deze manier leert ze zelfstandig te zijn en hoeft u als ouder niet steeds te mopperen.
Door uw kind te complimenteren en te waarderen voor goed, gewenst gedrag, door opbouwende kritiek te geven bij ongewenst gedrag en uw kind soms ook de gevolgen van zijn eigen gedrag te laten ervaren, kan uw kind een positief zelfbeeld en zelfstandigheid ontwikkelen en hoeft u als ouder minder de boeman te zijn. Dit is overigens een proces dat moet groeien en enige tijd vraagt om op gang te komen wanneer het verstoord is. Wanneer je kind veel lastig gedrag vertoont is het niet altijd eenvoudig iets te vinden om het mee te complimenteren. En een kind zal zich niet meteen na een paar complimenten beter over zichzelf gaan voelen en meer gewenst gedrag gaan vertonen. Geef het wat tijd en kijk na een maand of twee eens of er verandering is opgetreden.
Er zijn verschillende boeken die kinderen ondersteunen bij het ontwikkelen van een positief zelfbeeld. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Gewoon zoals je bent, Jonny Lambert (3 tot 6 jaar)
- De Geheimenfee, Andrea Beck (4 tot 10 jaar)
- Het grote leefboek voor kinderen, Theo Legters (8 tot 12 jaar)
- Spiegel jezelf spel, spel van Dubbelzes
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis