De Kanjerklas vertelt het verhaal van een groep kinderen die op een dag ontdekken dat er een buitenaards wezen op de schouder van hun juf zit. Dit groeit steeds meer en zorgt dat de juf steeds raarder gaat doen. De kinderen in de klas, met verschillende gedrags- en leerproblemen, zorgen samen, met behulp van hun eigen specialiteiten, dat het buitenaardse wezen weer verdwijnt.
De schrijfster zegt de kinderen geen labels op te willen plakken en benoemt hun problemen dan ook niet. Maar de beschrijvingen die ze geeft zijn in mijn ogen juist nogal stereotype voor de verschillende labels.
En omdat over de kinderen niet veel meer wordt verteld dan het gedrag dat hun een label op zou leveren, wordt hier toch juist erg de nadruk op gelegd. Kiara is niet ‘een vrolijk meisje met bruin haar en pretogen’ om maar iets te noemen maar “een meisje dat explodeert”
Het blijven erg ‘platte’ figuurtjes, waarvan je weinig weet en onbedoeld wordt hiermee het probleemgedrag van de kinderen tot hun belangrijkste kenmerk gemaakt en dat kan volgens mij niet de bedoeling zijn geweest van de schrijfster.
Wat erg verwarrend werkt is dat alle kinderen van de Kanjerklas een naam hebben met een K. Dit maakt het erg lastig om te onthouden wie wie is. “Was Kevin nou de jongen met de wiebel armen en benen of de jongen die stotterde ? O nee, dat was Kismet.”
De boodschap van het boek is duidelijk: “Je bent oké zoals je bent”. Een prima boodschap, maar wat mij betreft had de uitwerking hiervan wel iets realistischer gemogen, zodat kinderen echt kunnen zien, wat voor profijt ze kunnen hebben van hun speciale kwaliteiten. Een kind dat 'explosief' is, zal zich in mijn ogen niet echt gesteund voelen bij het idee dat hij/zij deuren kan laten ontploffen zoals Kiara en een dromer zal niet denken: “Hé, Kai wist de weg voor de Alien. Dat kan ik ook.“
Uiteraard gaat het om fantasie en daar is niets mis mee. Maar echt een hart onder de riem steken bij kinderen met uitdagingen, zal dit boek, in mijn ogen, niet.
In “de Wisseltante” gaat de Kanjerklas naar de dierentuin. Hier ruilen een aantal van de kinderen van gedrag met een dier. Kevin, die erg bewegelijk is, wordt zo sloom als een luiaard. Kim die snel bang is, durft plotseling alles aan en ziet geen gevaar, zoals een klein zwijntje in de dierentuin. Katinka komt uit haar rolstoel en klimt rond als een aapje en Kiara die snel boos is, wordt zo rustig als een schildpad. Eerst vinden de kinderen het wel fijn dat ze veranderd zijn, maar uiteindelijk willen ze allemaal toch wel zichzelf zijn.
Ook in dit boek is er weer sprake van een gekke fantasie (een wisseltante die de kinderen laat veranderen), maar in dit boek heeft dat een veel duidelijker doel. De kinderen ervaren dat hun gedragsproblemen soms misschien lastig zijn, maar dat ze ook bij hen horen en dat ze daarom oké zijn als zichzelf, dat ze niet hoeven te veranderen. De boodschap van dit tweede boek over de kanjerklas, komt naar mijn mening, beter naar voren dan de boodschap van het eerste boek.
Tamar de Vos - van der Hoeven
Meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com: