Jokken en liegen
Drs. T. de Vos - van der Hoeven - februari 2004
Bijna ieder kind vertelt wel eens een leugentje. En wanneer dit incidenteel gebeurt hoeft dit geen probleem te zijn. Het is voor een kind soms best moeilijk om altijd de waarheid te vertellen.
Een kind kan verschillende redenen hebben voor het vertellen van een leugentje. Zo kan het kind de schuld willen ontkennen wanneer het iets fout gedaan heeft, kan het zich beter willen voordoen dan hij of zij eigenlijk is, kan het kind met een leugentje geaccepteerd willen worden door de ouders of leeftijdgenoten of kan het leugentje een vorm van opscheppen zijn.
Wanneer een kind incidenteel een leugen vertelt is het dan ook goed om open te staan voor het doel van het kind achter de leugen en vooral hier de aandacht op te richten.
Maar wanneer een kind systematisch liegt en dit ook met opzet doet, is het wel goed het liegen zelf aan te pakken. Zo'n 15 % van alle kinderen liegt wel eens met opzet, waarbij we zien dat jongens wat vaker liegen (15- 20%) dan meisjes (10- 15%).
Jokken of liegen ?
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen liegen en jokken. Bij jongere kinderen spreken we over het algemeen van jokken. Jonge kinderen zijn nog niet instaat de waarheid bewust te verdraaien, omdat een jong kind nog niet objectief naar de waarheid kan kijken. Pas wanneer het kind beseft dat hetgeen hij/ zij zegt niet waar is en het kind bewust de waarheid verdraait om een onaangenaam gevolg van het eigen gedrag te voorkomen, spreken we van liegen.
Drs. T. de Vos - van der Hoeven - februari 2004
Bijna ieder kind vertelt wel eens een leugentje. En wanneer dit incidenteel gebeurt hoeft dit geen probleem te zijn. Het is voor een kind soms best moeilijk om altijd de waarheid te vertellen.
Een kind kan verschillende redenen hebben voor het vertellen van een leugentje. Zo kan het kind de schuld willen ontkennen wanneer het iets fout gedaan heeft, kan het zich beter willen voordoen dan hij of zij eigenlijk is, kan het kind met een leugentje geaccepteerd willen worden door de ouders of leeftijdgenoten of kan het leugentje een vorm van opscheppen zijn.
Wanneer een kind incidenteel een leugen vertelt is het dan ook goed om open te staan voor het doel van het kind achter de leugen en vooral hier de aandacht op te richten.
Maar wanneer een kind systematisch liegt en dit ook met opzet doet, is het wel goed het liegen zelf aan te pakken. Zo'n 15 % van alle kinderen liegt wel eens met opzet, waarbij we zien dat jongens wat vaker liegen (15- 20%) dan meisjes (10- 15%).
Jokken of liegen ?
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen liegen en jokken. Bij jongere kinderen spreken we over het algemeen van jokken. Jonge kinderen zijn nog niet instaat de waarheid bewust te verdraaien, omdat een jong kind nog niet objectief naar de waarheid kan kijken. Pas wanneer het kind beseft dat hetgeen hij/ zij zegt niet waar is en het kind bewust de waarheid verdraait om een onaangenaam gevolg van het eigen gedrag te voorkomen, spreken we van liegen.
Voor een peuter/ kleuter is zijn/ haar waarheid gewoon de waarheid. Jonge kinderen geloven dan ook vaak echt in hetgeen zij zeggen, ook al ziet de ouder het als jokken. Bij jonge kinderen zien we ook vaak dat het kind een andere bedoeling heeft met het jokken. Wanneer een kind beweert een vaas niet kapot gemaakt te hebben kan het dat het kind probeert zijn straf te ontlopen door te jokken. Maar het is ook goede mogelijk dat het kind met de ontkenning bedoelt dat er geen opzet in het spel was of dat het kind zich er niet van bewust was dat de vaas stuk zou gaan.
Tot ongeveer de leeftijd van zeven jaar hebben kinderen nog moeite met het onderscheid maken tussen waarheid en fantasie. Daarnaast zijn kinderen tot deze leeftijd ook nog meer op zich zelf gericht. Ook is het op deze leeftijd nog moeilijk voor kinderen om oorzaak en gevolg vast te stellen. Zij zijn zich vaak nog onvoldoende bewust van hun eigen aandeel in een gebeurtenis en hebben moeite om verbanden te zien tussen gebeurtenissen.
Jonge kinderen hebben nog geen intern geweten, zij voelen zich niet echt schuldig wanneer ze iets fout doen. Peuters en ook nog kleuters doen dat wat niet mag niet, precies om die reden, omdat het niet mag, niet omdat het kind beseft dat het verkeerd is. Kinderen in deze leeftijdsgroep hebben nog een extern geweten. Feitelijk zijn hun ouders hun geweten. Hierdoor zien we ook vaak dat een peuter in het bijzijn van zijn / haar moeder netjes van de cd-speler afblijft, maar zodra de moeder even wegloopt wel aan de cd-speler zit. Niet om het stiekem te doen, maar omdat de regel op dat moment voor het kind gewoon niet meer geldt. En het kind volgt ook nog erg de eigen impulsen
Door het steeds herhalen van de regels leert het kind wat mag en wat niet mag en maakt het kind de regels langzaam eigen, waardoor zo vanaf de leeftijd van zes/ zeven jaar het interne geweten zich gaat ontwikkelen.
Hoe te reageren op jokken?
Jonge kinderen jokken vaak uit angst voor straf of uit angst de liefde van de ouders kwijt te raken door het geen het kind fout gedaan heeft. Wanneer een kind regelmatig jokt is het dan ook goed om na te gaan of het kind mogelijk wat te streng gestraft wordt waardoor het liever liegt dan de straf onder ogen te zien.
Het is dan ook goed om niet te veel ophef te maken van het jokken zelf. Er kan aan het kind uitgelegd worden dat de ouder niet wil dat het kind jokt en het is beste het hierbij te laten.
Wanneer het kind jokt kan het wel goed zijn samen met het kind te kijken wat er nou eigenlijk gebeurd is. Het kind leert zo de oorzaak en gevolg met elkaar in verband te brengen en leert zijn of haar eigen aandeel in het gebeurde te zien. Het kind voelt zich hierdoor ook meer begrepen, omdat de ouder het kind laat voelen te begrijpen dat het kind niet voldoende inzicht had in de situatie en hierdoor jokte, en zal minder snel geneigd zijn te jokken door dit begrip van de ouder.
Ook het kind uitleggen waarom het gedrag waarover het kind heeft gejokt ongewenst was, zal het jokken voorkomen omdat er dan minder aandacht wordt besteed aan het jokken en meer aan het achterliggende gedrag.
Daarnaast is het ook belangrijk om als ouder niet teveel naar de bekende weg te vragen. Wanneer u als ouder weet dat uw kind iets gedaan heeft is het beter dit te constateren en niet te vragen of het kind dit gedaan heeft. Het kind hoeft dan niet te jokken en leert ook eerlijk te zijn op deze manier.
Vanaf de leeftijd van zes/ zeven jaar beginnen kinderen dus een intern geweten te ontwikkelen. En liegen is hiermee in strijd. Op deze leeftijd zien we liegen om aan straf te ontkomen, om aan verwachtingen te kunnen voldoen, om in de eigen behoefte te voldoen, om aandacht te vragen, maar ook uit onverschilligheid of schaamte.
Wanneer een kind veelvuldig en snel gestraft wordt, zal het liever liegen dan de eigen schuld toegeven. Wanneer een kind veel liegt is het dan ook goed om als ouder eens te kijken naar het eigen patroon van straffen. Het is goed om het kind dan te leren dat het liegen erger wordt gevonden dan hetgeen het kind fout gedaan heeft. Het kan dan ook goed zijn om uit te leggen dat wanneer een kind steeds liegt het op een gegeven moment niet meer geloofd wordt, ook niet wanneer het de waarheid spreekt.
Wanneer een kind eerlijk is wanneer het iets fout gedaan heeft is het dan ook goed om hier waardering voor uit te spreken ondanks de boosheid over wat het kind gedaan heeft.
En een ouder heeft ook een belangrijke rol als voorbeeld en zal zelf ook de waarheid moeten spreken en de verantwoordelijkheid moeten nemen voor daden.
Ook een leugentje om bestwil kan door een kind verkeerd opgevat worden. Wanneer er tegen de buurvrouw gezegd wordt dat haar jurk mooi is maar er aan tafel besproken wordt wat een vreselijke creatie deze jurk was, kan een kind hierdoor het idee krijgen dat liegen dus mag, terwijl een volwassenen best het verschil begrijpt tussen een leugentje om bestwil en een echte leugen.
Ook met betrekking tot beloftes die ouders hun kind doen, kan het kind het idee krijgen dat er tegen ze gelogen wordt door de ouders. De belofte om 's middags iets te gaan doen kan doordat er iets tussenkomt niet na gekomen worden. Voor de ouder is dit iets logisch, maar een jong kind kan het gevoel hebben dat de ouder gelogen heeft.
Het is dan ook goed om met het kind te praten over dit soort voorvallen en uitleg te geven.
Liegen en jokken
Liegen vraagt om wat meer alertheid bij de ouders dan jokken, omdat er bij liegen dus werkelijk opzet in het spel is. Toch hoeft een keer liegen er niet meteen op te duiden dat er iets danig mis is en dat het kind zich ontwikkelt tot een leugenaar. Door als ouder te kijken naar de reden voor het liegen van het kind en ook naar het eigen gedrag als ouder te kijken wat betreft straffen en de waarheid spreken kan vaak het liegen in korte tijd aangepakt worden.
Er zijn verschillende boeken voor kinderen over jokken en liegen, die kunnen helpen met je kind te praten over dt gedrag. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Prinses Emmelie en het ontsnapte paard, Tanneke Dorgelo (4 tot 6)
- Ik lieg niet!, Christianne Jones (4 tot 7 jaar)
- Een grote dikke leugen, Thierry Robberecht (4 tot 7 jaar)
- Ridder Tim heeft een geheim, Judith Koppens (4 tot 7 jaar)
- Lars Leugenaar - Het pudding probleem, Joe Berger (4 tot 8 jaar)
- Lars Leugenaar - De stinkende waarheid, Joe Berger (4 tot 8 jaar)
- De smoes van Loes, Henk Hokke (6 tot 9 jaar)
- Rotschool - Liegebeest, James Patterson (10 tot 12 jaar)
- Het schepsel uit mijn kast - Pinocula, Obert Skye (10 tot 12 jaar)
- Nep, Caja Cazemier (10 tot 12 jaar)
- Echte helden zwijgen niet, Arend van Dam (10 tot 13 jaar)
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis
Literatuur
Ploeg, J. van der (1998) Had me dat eerder verteld. Hoofdstuk 9 Blz. 103 - 106, SWP, Utrecht
Feddema, G. & Wagenaar (1998) En als we nou weer eens gewoon gingen opvoeden, Hoofdstuk 4/ 5,/ 6 Van Holkema&Warendorf, Houten