Het zaterdagochtenddrama
Hij rent vlak voor me de winkel in, een jochie van een jaar of vijf. Zijn moeder komt achter mij de winkel in. Het jongetje kijkt even achterom en ik zie een twinkeling in zijn ogen. Dit jochie is vastberaden erg ondeugend te zijn. Hij grijpt een van de kleine winkelwagentjes. 'Nee' zegt zijn moeder, wijs geworden door de vorige keren dat zij boodschappen deed met haar zoon en zij zich voortdurend moest verontschuldigen voor aangereden schenen. 'Nee, Jonathan, mama neemt wel een mandje.'
Maar Jonathan is al vertrokken met zijn karretje en heeft zijn eerste slachtoffer al gemaakt. Moeder treedt kordaat op en brengt het wagentje naar zijn standplaats terug. Jonathan accepteert dit vrij makkelijk en ik zie moeder een zucht van verlichting slaken.
'Zo, nu blijf je even lief bij mama.' hoor ik haar zeggen, duidelijk meer voor de omstanders bedoeld dan voor Jonathan. Maar voor Jonathan is dit het signaal dat de pret kan beginnen. Eerst probeert hij het met de 'mag ik.... 'methode. In snel tempo vraagt hij om snoep, chips, cola en ijs. Op alle verzoeken volgt een kort maar krachtig 'nee'. De eerste malen accepteert Jonathan dit nog maar eenmaal aanbeland bij al het uitgestalde snoep kan hij de verleiding niet meer weerstaan. 'Ik wil het' gilt hij door de winkel en hij zet het op een brullen. Moeder probeert hem af te leiden door hem de keuze te geven wat er die avond gegeten gaat worden, maar dit mag niet baten. Na een paar minuten geeft moeder toe. 'Oké, je mag één zakje snoep uitkiezen en dan moet je ophouden met zeuren.' 1-0 voor Jonathan. Ik zie hoe Jonathan stiekem twee zakjes snoep in het mandje gooit en ik heb sterk het idee dat moeder het ook in de gaten heeft maar dat ze uit angst voor een tweede gilbui er maar niets van zegt. 2-0 voor Jonathan.
Hij rent vlak voor me de winkel in, een jochie van een jaar of vijf. Zijn moeder komt achter mij de winkel in. Het jongetje kijkt even achterom en ik zie een twinkeling in zijn ogen. Dit jochie is vastberaden erg ondeugend te zijn. Hij grijpt een van de kleine winkelwagentjes. 'Nee' zegt zijn moeder, wijs geworden door de vorige keren dat zij boodschappen deed met haar zoon en zij zich voortdurend moest verontschuldigen voor aangereden schenen. 'Nee, Jonathan, mama neemt wel een mandje.'
Maar Jonathan is al vertrokken met zijn karretje en heeft zijn eerste slachtoffer al gemaakt. Moeder treedt kordaat op en brengt het wagentje naar zijn standplaats terug. Jonathan accepteert dit vrij makkelijk en ik zie moeder een zucht van verlichting slaken.
'Zo, nu blijf je even lief bij mama.' hoor ik haar zeggen, duidelijk meer voor de omstanders bedoeld dan voor Jonathan. Maar voor Jonathan is dit het signaal dat de pret kan beginnen. Eerst probeert hij het met de 'mag ik.... 'methode. In snel tempo vraagt hij om snoep, chips, cola en ijs. Op alle verzoeken volgt een kort maar krachtig 'nee'. De eerste malen accepteert Jonathan dit nog maar eenmaal aanbeland bij al het uitgestalde snoep kan hij de verleiding niet meer weerstaan. 'Ik wil het' gilt hij door de winkel en hij zet het op een brullen. Moeder probeert hem af te leiden door hem de keuze te geven wat er die avond gegeten gaat worden, maar dit mag niet baten. Na een paar minuten geeft moeder toe. 'Oké, je mag één zakje snoep uitkiezen en dan moet je ophouden met zeuren.' 1-0 voor Jonathan. Ik zie hoe Jonathan stiekem twee zakjes snoep in het mandje gooit en ik heb sterk het idee dat moeder het ook in de gaten heeft maar dat ze uit angst voor een tweede gilbui er maar niets van zegt. 2-0 voor Jonathan.
Bij de kassa kom ik ze opnieuw tegen. Jonathan is verbazingwekkend stil en gezeglijk. Moeder is hier duidelijk blij mee, maar ik zie enkel stilte voor de storm. Bij de kassa staan namelijk zakken met spekjes en ik ken Jonathan ondertussen goed genoeg om te weten dat hij deze laatste kans niet voorbij zal laten gaan. 'Mam, mag ik spekkies.' 'Nee Jonathan, je hebt al snoep.' 'Ja maar, ik wil het.' 'Nee Jonathan, niet zeuren.' 'Ja maar,ik wil het.' Zo gaat het nog een tijdje heen en weer. Moeder begint ondertussen de boodschappen op de band te leggen. Jonathan legt er een zak spekjes tussen. Deze worden door moeder weer teruggelegd. Dit herhaalt zich een aantal malen. Moeder twijfelt nu sterk, toegeven kan nu niet meer, dat zou te veel gezichtsverlies zijn ten opzichte van de omringende klanten. Maar wat dan te doen? Jonathan heeft het ondertussen op een brullen gezet. Moeder besluit haar tanden op elkaar te zetten. 'Als je nu niet ophoudt met zeuren dan ga je maar lopend naar huis'. Ze besluit zijn gegil te negeren en draait zich met haar rug naar hem toe. Verontschuldigend kijkt ze de overige klanten aan. Haar tactiek lijkt te werken want Jonathan stopt met huilen. Het lijkt dus te eindigen in een eindstand van 2-1.
Als ze eenmaal verdwenen zijn, hoor ik achter mij iemand zeggen: 'Zag je dat, nou stopte dat jochie toch die zak met spekkies in zijn moeders tas en ze merkte het niet.' Dus toch 3-0 voor Jonathan. En wat zal hij thuis op zijn kop gehad hebben.
Anne Verdonk