Peutertaal
Leren praten is een hele opgaaf voor een dreumes. Ik blijf mij dan ook verbazen over het grote gemak waarmee kinderen zich taal eigen maken. En ik geniet er enorm van. Want wat kunnen ze heerlijk kletsen, peuters. Mijn dochter bezoekt sinds kort de basisschool, zoals zij iedereen met trots vertelt, en is dus officieel peuter af. Met haar heb ik fantastische gesprekken, maar deze gaan al echt de diepte in, de peutertaal heeft ze ver achter zich gelaten. Ze is momenteel vooral bezig met het stellen van "moeilijke vragen" zoals zij ze zelf noemt. Deze vragen gaan meestal als volgt: hoe wordt.... (een brug, de lucht, een boom, een huis etcetera) gemaakt. En hoe meer moeite ik heb met het geven van een antwoord hoe mooier ze het vindt.
Maar haar broertje zit met zijn net twee jaar momenteel midden in die tijd van het prachtig peutertaalgebruik. En hij is het type kind dat altijd loopt te kletsen en hele verhalen kan vertellen dus een bron van vermaak.
Enige tijd geleden trof ik hem aan voor het raam, wijzend naar buiten. "Vingerbep" vertrouwde hij mij toe. Ik vroeg hem wat er was met zijn vingertje. Hij keek mij wat geïrriteerd aan en zei opnieuw "vingerbep". Aandachtig bekeek ik zijn vingers, tot grote verbazing van zoonlief. Hij begreep er niets meer van en ik nog minder. En dus besloten we beiden het maar even te laten rusten.
Maar in de daarop volgende dagen keerde het woord "vingerbep" nog vele malen terug en tot steeds grotere frustratie van mijn lieve mannetje begreep ik nog steeds niet wat hij bedoelde.
Groot was dan ook zijn opluchting toen hij eindelijk een "vingerbep" vond die hij kon aanraken zodat mij eindelijk duidelijk werd wat hij bedoelde. Trost nam hij mij mee naar de vensterbank waar hij mij wees op een prachtig....spinnenweb.
Leren praten is een hele opgaaf voor een dreumes. Ik blijf mij dan ook verbazen over het grote gemak waarmee kinderen zich taal eigen maken. En ik geniet er enorm van. Want wat kunnen ze heerlijk kletsen, peuters. Mijn dochter bezoekt sinds kort de basisschool, zoals zij iedereen met trots vertelt, en is dus officieel peuter af. Met haar heb ik fantastische gesprekken, maar deze gaan al echt de diepte in, de peutertaal heeft ze ver achter zich gelaten. Ze is momenteel vooral bezig met het stellen van "moeilijke vragen" zoals zij ze zelf noemt. Deze vragen gaan meestal als volgt: hoe wordt.... (een brug, de lucht, een boom, een huis etcetera) gemaakt. En hoe meer moeite ik heb met het geven van een antwoord hoe mooier ze het vindt.
Maar haar broertje zit met zijn net twee jaar momenteel midden in die tijd van het prachtig peutertaalgebruik. En hij is het type kind dat altijd loopt te kletsen en hele verhalen kan vertellen dus een bron van vermaak.
Enige tijd geleden trof ik hem aan voor het raam, wijzend naar buiten. "Vingerbep" vertrouwde hij mij toe. Ik vroeg hem wat er was met zijn vingertje. Hij keek mij wat geïrriteerd aan en zei opnieuw "vingerbep". Aandachtig bekeek ik zijn vingers, tot grote verbazing van zoonlief. Hij begreep er niets meer van en ik nog minder. En dus besloten we beiden het maar even te laten rusten.
Maar in de daarop volgende dagen keerde het woord "vingerbep" nog vele malen terug en tot steeds grotere frustratie van mijn lieve mannetje begreep ik nog steeds niet wat hij bedoelde.
Groot was dan ook zijn opluchting toen hij eindelijk een "vingerbep" vond die hij kon aanraken zodat mij eindelijk duidelijk werd wat hij bedoelde. Trost nam hij mij mee naar de vensterbank waar hij mij wees op een prachtig....spinnenweb.
Op een gegeven moment wees hij naar mijn dijbeen en zei: "moedervet". Het duurde even tot het tot mij doordrong dat het hier niet ging om een stevige belediging maar dat hij gewoon "moedervlek" probeerde te zeggen. (Met deze uitspraak haalde hij zelfs de media, J/M februari 2003)
En sinds enkele dagen heeft hij het ook regelmatig over "puntennel". Ook dit begreep ik in eerste instantie niet, maar toen hij daarna verklaarde dat zijn beker zijn website was (dit zei hij serieus) werd het mij al snel duidelijk dat hij iets te vaak heeft geluisterd naar zijn grote zus die doet alsof ze de belettering op mama's auto kan lezen. Mijnheer gaat gewoon mee met zijn tijd en had het over de punt-NL achter de bedrijfsnaam van zijn moeder.
Naast een kletskous is hij ook een heel eigenwijs mannetje en een vreselijke wijsneus. Mijn man en ik hebben de gewoonte onze kinderen allerhande bijnamen te geven. Ons zoontje spreken we vaak aan met "kleine man". Na enige tijd bleek dit mijnheer toch niet zo te bevallen. Geïrriteerd keek hij zijn vader aan toen deze hem bij het wakker worden vroeg "heb je lekker geslapen, kleine man". "Ben niet kleine man, ben Aaron, Aaron is jongen" was zijn repliek. En tja, wat moet je daar nou tegen in brengen.
Toch kan ik het niet laten hem 'kleine man' te noemen. Gelukkig heeft hij zich daar toch maar bij neergelegd, want zijn zusje heeft het van mij overgenomen. En uit haar mond klinkt het o zo schattig. Want ook dat is een bron van vermaak, broer en zus met elkaar in gesprek.
Helaas vergeet ik hun uitspraken vaak weer heel snel. Al is het misschien voor u maar beter zo. Anders had u hier een 50 pagina's tellend document aangetroffen in plaats van deze korte column.
Tamar