Pokemon
Sinds enkele maanden heeft een geheel nieuw probleem zijn intrede gedaan in mijn praktijk als psycholoog, en het luistert naar de naam Pokemon. Tot een half jaar geleden wist ik eigenlijk niets van deze rage. Ik zag de in mijn ogen vrij wanstaltige poppetjes wel eens voorbij komen op televisie, maar ging er vanuit dat het hier gewoon ging om een vrij slechte tekenfilmserie. Maar langzaam aan doken er steeds meer producten in de winkels op die met Pokemon te maken hebben. Tandpasta, knuffels, spelletjes, boekjes, kleding, je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een Pokemon-versie van. De commercie heeft zich er vol overgave op gestort.
Sinds enkele maanden heeft een geheel nieuw probleem zijn intrede gedaan in mijn praktijk als psycholoog, en het luistert naar de naam Pokemon. Tot een half jaar geleden wist ik eigenlijk niets van deze rage. Ik zag de in mijn ogen vrij wanstaltige poppetjes wel eens voorbij komen op televisie, maar ging er vanuit dat het hier gewoon ging om een vrij slechte tekenfilmserie. Maar langzaam aan doken er steeds meer producten in de winkels op die met Pokemon te maken hebben. Tandpasta, knuffels, spelletjes, boekjes, kleding, je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een Pokemon-versie van. De commercie heeft zich er vol overgave op gestort.
Maar dit alles verbaast mij niet zo. Al jaren volgt de ene rage de ander op en steeds weer is er een nieuw product dat weer volledig de markt verovert.
Maar ik was wel wat verbaasd toen ik ontdekte dat ik in mijn archiefkast met dossiers van cliënten een nieuwe map kon aanleggen, genaamd Pokemon. In de afgelopen maanden hebben vele ouders mij om advies gevraagd, omdat hun kind op niet geheel juiste wijze aan Pokemon-artikelen gekomen was. Het meest gewild hierbij zijn de kaarten. Deze schijnen echt het slechtste in kinderen op te roepen. Het ene kind jat de kaarten gewoon zelf, een ander neemt geld weg om de kaarten te kunnen kopen en een derde past een zeer oneerlijke ruilmethode toe bij jongere kinderen.
En naast het stelen wordt er ook nog eens lustig op los gelogen. "Nee, die kaart heb ik gevonden." "Die kreeg ik omdat ik had geholpen op school" " Nee hoor, die kaart heb ik al weken."
Maar uiteindelijk komt de aap (of moet ik zeggen Pikachu) toch uit de mouw en moet het kind toch toegeven dat de kaart niet van hem is. En dan volgt de moeilijke taak als ouder om een passende maatregel toe te passen. De ene ouder besluit de kaarten in beslag te nemen, een ander verscheurt de kaarten en menig kind moet zijn kaarten geven aan het kind waarvan de kaart ontvreemd was. Gevolg: een zeer teleurgestelde ouder en een kind in tranen.
En het vervelende is dat het probleem zich rustig enkele dagen later herhaalt. De kaarten hebben zo'n aantrekkingskracht dat menig kind geen weerstand kan bieden.
En juist dit laatste doet mij twijfelen aan mijzelf. Ik dacht tot nu toe dat ik mij vrij goed kon verplaatsen in kinderen. Maar van deze rage begrijp ik niets. Ik vind de poppetjes niet leuk, de film ronduit slecht, de spelletjes niet boeiend, ik begrijp gewoon niet wat kinderen er leuk aan vinden. En soms denk ik dat een groot deel van de kinderen dit zelf eigenlijk ook niet precies weten. De rage is hun simpelweg opgelegd. Wanneer je niet van Pokemon houdt, hoor je er niet bij.
Of zouden deze poppetjes toch iets hebben wat werkelijk een aantrekkingskracht heeft op kinderen, iets wat voor een volwassenen niet te voelen, niet te begrijpen is.
Al lijken sommige volwassenen het wel te begrijpen of er toch in ieder geval begrip voor te hebben dat kinderen de kaarten van elkaar stelen. Een man in de Verenigde Staten verduisterde voor een enorm bedrag aan Pokemon-kaarten om zo zijn financiële problemen op te lossen. Zijn beweegreden waren dan misschien anders dan die van de kinderen, het maakt het ouders toch weer een beetje lastiger om hun kind uit te leggen dat Pokemon-kaarten stelen echt niet mag. Als zelfs volwassenen nou al geen weerstand kunnen bieden...
Liesbeth Vogel