Tussen tafellaken en servet
Op het moment dat ik mijn straat in draai zie ik hem al rennen. Hij is aan het voetballen met een paar van zijn vrienden. Hij is veertien jaar oud en de enige echte puber die bij mij in de straat woont. Alle andere kinderen moeten nog in de puberteit komen of hebben het grotendeels al achter de rug. Al zijn vrienden in de straat, zitten nog op de lagere school terwijl hij de brugklas al achter de rug heeft en aan een glansrijke carrière op het VWO is begonnen. Hij voelt zich er duidelijk niet zo gemakkelijk bij dat zijn vrienden allemaal wat jonger zijn. Zodra ik de straat in rij blokkeren zijn vrienden mij de doorgang. "Verboden door te rijden. U moet eerst tol betalen.": roepen ze. Ik lach er om, leg uit dat ik geen geld bij me heb en rij zachtjes door. Ze worden nu wel erg opdringerig en proberen voor mijn auto te gaan staan en op de motorkap te gaan zitten. Ik vang zijn verontschuldigend lachende blik op. Hij twijfelt. Zal hij zeggen dat ze moeten ophouden. In dat geval zie ik hoe volwassen hij is en hoe kinderachtig hij het gedrag van de anderen vindt. Of zal hij toch maar zijn mond houden en meedoen. In dat geval zullen zijn vrienden hem een stuk leuker vinden.
In mijn achteruitkijkspiegel zie ik dat hij nog steeds staat te twijfelen wanneer ik al voorbij ben.
Op het moment dat ik mijn straat in draai zie ik hem al rennen. Hij is aan het voetballen met een paar van zijn vrienden. Hij is veertien jaar oud en de enige echte puber die bij mij in de straat woont. Alle andere kinderen moeten nog in de puberteit komen of hebben het grotendeels al achter de rug. Al zijn vrienden in de straat, zitten nog op de lagere school terwijl hij de brugklas al achter de rug heeft en aan een glansrijke carrière op het VWO is begonnen. Hij voelt zich er duidelijk niet zo gemakkelijk bij dat zijn vrienden allemaal wat jonger zijn. Zodra ik de straat in rij blokkeren zijn vrienden mij de doorgang. "Verboden door te rijden. U moet eerst tol betalen.": roepen ze. Ik lach er om, leg uit dat ik geen geld bij me heb en rij zachtjes door. Ze worden nu wel erg opdringerig en proberen voor mijn auto te gaan staan en op de motorkap te gaan zitten. Ik vang zijn verontschuldigend lachende blik op. Hij twijfelt. Zal hij zeggen dat ze moeten ophouden. In dat geval zie ik hoe volwassen hij is en hoe kinderachtig hij het gedrag van de anderen vindt. Of zal hij toch maar zijn mond houden en meedoen. In dat geval zullen zijn vrienden hem een stuk leuker vinden.
In mijn achteruitkijkspiegel zie ik dat hij nog steeds staat te twijfelen wanneer ik al voorbij ben.
Maar soms lijkt deze rol van 'al bijna volwassen jongeman' hem een beetje op te breken. Vorig jaar stond hij op 11 november toch nog met een lampion bij mij op de stoep om een Sint-Maarten liedje te zingen. Verontschuldigend beloofde hij mij ongevraagd dat dit echt het laatste jaar was dat hij Sint-Maarten liep. En deze belofte heeft hij gehouden, hij is dit jaar niet langs geweest voor snoepgoed. Wel zag ik hem wat doelloos door de straat slenteren. Hij sprak wat met zijn vrienden die langsliepen met hun lampionnen, hij deed alsof hij het hek voor zijn tuin probeerde te repareren, zocht zijn kat die gewoon binnen achter het raam zat en voelde zich niet op zijn gemak.
Ik vind het wel vertederend om te zien hoe deze jongen strijdt tussen enerzijds het nog kind willen zijn met zijn vrienden, en het anderzijds zo heel graag voor vol aangezien willen worden. Wanneer hij zou weten dat ik hem vertederend vindt, zou hij zich rot schamen. (Ik heb dan ook wat dingetjes in zijn verhaal veranderd zodat hij niet herkend wordt) Hij zou zich schamen, want dat is een typisch puberkenmerk. En hij weet dat het een feit is dat kinderen vertederend worden gevonden en hij is toch zeker geen kind meer?
Anne Verdonk