Dat is niet van jou !
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - oktober 2006
Heel wat ouders ontdekken bij thuiskomst van hun kind bij een vriendje vandaan een stuk speelgoed in de zak of een snoepje of wat kleingeld, waarvoor het kind niet echt een verklaring heeft. Of die lekkere reep chocolade is plotseling verdwenen uit de kast.
Al snel wordt dan duidelijk dat het kind iets weggenomen heeft of te wel het gestolen heeft. Maar dat klinkt toch wel erg zwaar wanneer we over een peuter of kleuter praten.
De term stelen dekt ook niet helemaal de lading van wat een kleuter doet, stelen impliceert opzet en daar is lang niet altijd echt sprake van. Het kind neemt hetgeen het steelt wel opzettelijk mee, maar wil hier zeker niet iemand opzettelijk mee benadelen.
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - oktober 2006
Heel wat ouders ontdekken bij thuiskomst van hun kind bij een vriendje vandaan een stuk speelgoed in de zak of een snoepje of wat kleingeld, waarvoor het kind niet echt een verklaring heeft. Of die lekkere reep chocolade is plotseling verdwenen uit de kast.
Al snel wordt dan duidelijk dat het kind iets weggenomen heeft of te wel het gestolen heeft. Maar dat klinkt toch wel erg zwaar wanneer we over een peuter of kleuter praten.
De term stelen dekt ook niet helemaal de lading van wat een kleuter doet, stelen impliceert opzet en daar is lang niet altijd echt sprake van. Het kind neemt hetgeen het steelt wel opzettelijk mee, maar wil hier zeker niet iemand opzettelijk mee benadelen.
Een kleuter beseft vaak nog onvoldoende dat het dingen van een andere niet mag meenemen. Het kind kent de regels wel, weet wel dat het niet mag stelen, maar vindt het gevoelsmatig nog moeilijk deze regel na te leven. Wat een kleuter mooi vindt of lekker vindt neemt hij mee, zonder er bij stil te staan dat het een andere hier verdriet mee kan doen. Kleuters redeneren ook nog erg vanuit een extern geweten, dingen mogen niet omdat de ouders dat zeggen. Dat je niet dat autootje meeneemt omdat je vriendje dat niet leuk vindt beseffen ze nog onvoldoende. En dus, wanneer je dat autootje in je zak stopt weet niemand het en geeft het dus ook niet.
Het onderscheid tussen mijn en dijn is ook nog moeilijk voor een kleuter. Voor sommige kleuters is het maar moeilijk te begrijpen dat ze wel dat wat ze geknutseld hebben van papier van de school mee mogen nemen maar dat ze het potlood dat ze gebruikte bij het knutselen niet mee mogen nemen.
Pas vanaf zes/ zeven jaar beginnen kinderen te begrijpen dat ze met dit wegnemen van spullen een ander benadelen en ontwikkelt zich ook het intern geweten, waarbij kinderen dingen niet doen omdat ze het zelf onjuist vinden.
Het is dan ook goed om niet te boos te worden wanneer een kleuter iets gestolen heeft, er geen groot drama van te maken, maar het is wel belangrijk aan te geven dat het niet mag. Ook bij het 'stelen' van een snoepje thuis is het goed te bespreken dat dit niet hoort. Wanneer het 'stelen' van een snoepje thuis wel oogluikend toegestaan wordt, zal het kind maar moeilijk begrijpen waarom dit bij een ander thuis niet mag en waarom het dan ook niet met een pen of een autootje mag, Het is goed om heel duidelijk af te spreken dat je niet iets (mee)neemt zonder te vragen of dit mag. Het is aan te raden ook kleine zaken goed te bespreken omdat hier mee de basis wordt gelegd voor het besef van mijn en dein. Als ouder heb je veel invloed op de gewetensontwikkeling van je kind en het besef dat je niet aan de spullen van een ander zit.
Wel moet er natuurlijk onderscheidt gemaakt worden tussen bijvoorbeeld het ongevraagd pakken van een snoepje en het meenemen van een mooi autootje uit de winkel of bij een vriendje vandaan, het een weegt zwaarder dan het ander.
Maar het is wel goed om rustig te bespreken wat er gebeurd is. Soms is het meenemen echt per ongeluk gegaan, omdat het kind even de handen vrij wilde hebben en iets in de zak gestoken heeft en dit vergeten is terug te geven.
Wanneer een kleuter iets meegenomen heeft van een vriendje of uit een winkel is het goed om hier met het kind over te praten en het daarna samen terug te brengen en excuses te maken. Het kind ziet zo dat het geen hij/ zij verkeerd gedaan heeft herstelt moet worden.
Wanneer een kleuter vaak dingetjes steelt van vriendjes of thuis (b.v. van broertje, snoepjes, kleingeld etcetera) is het goed om uit te zoeken waar dit stelen vandaan komt. Soms willen kinderen indruk maken op vriendjes of vriendschap kopen met de dingen die ze stelen. Ook kan veel stelen een vraag om aandacht zijn.
Hierbij moet ook gekeken worden op welke momenten een kind steelt. Buitenshuis dingen wegnemen is toch wat zorgwekkender dan wanneer kinderen alleen binnenshuis dingen wegnemen, b.v. van broertjes, zusjes, uit de snoeppot, uit de portemonnaie van de ouders. Wat in huis is, is voor het gevoel van een kleuter toch eerder 'van zichzelf' dan iets buitenshuis.
Durf jij dat mee te nemen?
Bij het ouder worden gaan kinderen steeds beter beseffen wat ze doen wanneer ze iets stelen en hoe zij iemand anders daarmee benadelen. De invloed van vrienden en de druk van leeftijdgenoten neemt dan vaak toe bij het stelen. Het is dan ook op wat oudere leeftijd heel belangrijk om te achterhalen waarom het kind steelt. Dit kan gewoon de aantrekkelijkheid zijn van hetgeen het kind steelt, het kind wil het gewoon hebben ook al weet het kind wel dat stelen verkeerd is. Maar het kind kan ook stelen om bij een groep te horen of om indruk te maken op anderen. Sommige kinderen stelen ook uit solidariteit (ja, maar hij deed het ook) of omdat ze het moeilijk vinden om 'nee' te zeggen wanneer een vriend ze probeert over te halen iets te stelen. Soms worden kinderen ook echt onder druk gezet om te stelen, soms met dreigementen er niet meer bij te mogen horen, maar soms ook met het dreigement geslagen te worden. Begrijpelijk is het bij het aanpakken van het stelen belangrijk te weten waarom het kind steelt. Een kind dat iets steelt omdat het dingen wil hebben moet anders benadert worden dan een kind dat iets gestolen heeft uit angst een vriend kwijt te raken of geslagen te worden.
Bij het bestraffen van diefstal is het belangrijk de diefstal af te keuren, maar de eerlijkheid van het kind over de diefstal te waarderen. Ook wanneer het kind eerst de diefstal ontkent heeft, maar uiteindelijk toch toegeeft iets gestolen te hebben is het goed deze eerlijkheid te waarderen. Zo leert het kind dat het ook wanneer het de fout in gegaan is eerlijk kan zijn.
Bij het geven van straf is het goed er naar te streven de straf zo dicht mogelijk bij het vergrijp te laten. Allereerst is het altijd goed het kind het geen het gestolen heeft te laten terug brengen of terug betalen met daarbij excuses. Het kind wordt zo meer geconfronteerd met de gevolgen van zijn of haar daad. Daarnaast kan dan nog een straf gegeven worden. Suggesties voor een straf zouden kunnen zijn: een week geen zakgeld (goede straf omdat deze in onmiddellijk verband staat met het wegnemen van geld), een of meerdere dagen huisarrest of iets wat het kind graag doet enige tijd niet toestaan (zoals een feestje, sporten etcetera).
Ook kan het soms werken om het kind zelf in overleg een straf uit te laten zoeken. Een zelf uitgezochte straf is vaak effectiever dan een straf waar het kind het helemaal niet mee eens is. En kinderen kunnen daarin heel eerlijk zijn en echt heel fair een straf voor zichzelf kiezen.
Stelen in de puberteit
Zo'n veertig procent van alles pubers geeft toe wel eens iets meegenomen te hebben uit een winkel. In de puberteit komt stelen ook vaak voor als onderdeel van het aftasten van de grenzen. We zien dan ook dat jongeren gaan stelen enkel om de kick van het stelen of om aanzien bij leeftijdgenoten te verkrijgen. Dit aanzien kan verkregen worden met het stelen zelf (kijk eens wat ik durf) maar ook met de dingen die de jongeren steelt. Puber komen vaak geld te kort en willen vaak juist dure merkartikelen en dit kan het stelen in de hand werken. Wanneer een puber steelt kan het dan ook goed zijn om naast de reactie op het stelen, ook de jongere enige tijd te begeleiden bij zijn of haar financiële planning. Zo leert de puber de uitgave beter af te stemmen op de inkomsten, inkomsten eventueel te vergroten door een baantje te zoeken en te sparen voor grotere uitgaven.
Veel kinderen stelen wel eens op jongere dan wel wat oudere leeftijd en dit hoeft zeker niet te betekenen dat het kind voorbestemd is op het slechte pad te komen. Vaak blijft het bij incidenten. En ook wanneer het stelen vaker voorkomt is dit vaak nog goed op te lossen met opvoedkundig ingrijpen. Maar ook al neemt het stelen over het algemeen geen verontrustende vormen aan, het is wel belangrijk als ouder alert te zijn en duidelijk te maken dat stelen niet toegestaan is, ook wanneer het maar kleinigheidjes betreft. Voor de gewetensontwikkeling is het belangrijk dat kinderen goed onderscheid leren maken tussen wat van hun is en wat van anderen is. Het aanleren van normen en waarde op dit punt is heel belangrijk voor de gewetensontwikkeling van het kind.
De volgende boeken over stelen zijn goed te gebruiken om met je kind te praten over dit ongewenste gedrag. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Nijntje is stout, Dick Bruna (3 tot 6 jaar)
- Koekediefje, Uitgeverij Poppy (3 tot 6 jaar)
- Deze hoed is niet van mij, Jon Klassen (4 tot 7 jaar)
- Opa's en oma's stelen niet, Mariken Jongman (9 tot 11 jaar)
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis
Literatuur
* Akkerman,A. Blokland, G., Hagens, H. en Kleverlaan,N. (1999) Wat nou.... Pubers, Hoofstuk 13 blz 178- 182 NIZW uitgeverij
* Feddema, G. & Wagenaar (1998) En als we nou weer eens gewoon gingen opvoeden, Hoofdstuk 5 blz 201/202 en hoofdstuk 6 blz 279 - 282 Van Holkema&Warendorf, Houten
* Ploeg, J. van der (1998) Had me dat eerder verteld. Hoofdstuk 11 blz 143-146. SWP, Utrecht.