Taalontwikkelingsstoornis
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - januari 2019
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - januari 2019
Ieder kind leert in zijn eigen tempo praten. Het ene kind is er heel vlot mee, het andere heeft wat meer tijd nodig. Veel kinderen beginnen met een enkel woordje en bouwen het praten zo langzaam op. Terwijl er ook een groep kinderen is die wat later begint met praten, maar dan al heel snel in korte zinnetjes begint te spreken. In het artikel praten moet je leren kun je meer lezen over de taalontwikkeling van jonge kinderen. Wanneer jouw kind wat langzamer is met zijn/ haar taalontwikkeling, kan je je hier als ouder zorgen om maken. Vaak is dit niet nodig, het kind heeft gewoon wat meer tijd nodig of is zich druk aan het ontwikkelen op andere punten. Ook een ingrijpende gebeurtenis in het leven van het kind (geboorte broertje/zusje, ziekenhuisopname, echtscheiding etcetera) kan er voor zorgen dat de taalontwikkeling even stil staat. Zorgen over de taalontwikkeling zijn dan meestal niet nodig. Maar enige alertheid bij een taalachterstand kan wel goed zijn, want soms is er wel meer aan de hand.
Bij zo'n zeven procent van de kinderen is er sprake van een taalontwikkelingsstoornis (TOS). (TOS heette tot 2014 ESM, Ernstige Spraak- en taal Moeilijkheden)
Bij zo'n zeven procent van de kinderen is er sprake van een taalontwikkelingsstoornis (TOS). (TOS heette tot 2014 ESM, Ernstige Spraak- en taal Moeilijkheden)
Een taalontwikkelingsstoornis is een stoornis waarbij taal minder goed verwerkt wordt in de hersenen. Het kind heeft hierdoor moeite met praten maar ook met het begrijpen van taal. Hier ligt ook het duidelijkste verschil met een kind met een taalachterstand. Een taalachterstand kan verholpen worden door een groter taalaanbod en extra ondersteuning. Kinderen met TOS hebben niet voldoende aan een groter taalaanbod en zij zullen altijd moeite blijven houden met taal, hoezeer ze ook geholpen worden in hun ontwikkeling.
Om de diagnose TOS te mogen stellen mag de beperking in de taalproductie en het taalbegrip niet verklaarbaar zijn vanuit hersenletsel, gehoorverlies of andere lichamelijke problemen, IQ-problemen of sociaal emotionele problemen.
TOS wordt niet altijd goed herkend. Vaak wordt in eerste instantie gedacht dat de taalontwikkelingproblemen het gevolg zijn van een laag IQ, een ontwikkelingsachterstand of autisme.
TOS wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren, al weten we de precieze oorzaak nog niet. TOS komt meer voor bij jongens dan bij meisjes. Kinderen met TOS verwerken taal langzamer in de hersenen. Ze hebben hierdoor minder baat bij het taalaanbod dat ze krijgen. Spraakklanken worden vaak ook moeilijker correct waargenomen. Om een woord te leren, moet het veel vaker aangeboden worden dan aan een kind zonder TOS. Kinderen met TOS hebben ook moeite met het vasthouden van hun aandacht, wat het leren van nieuwe woorden extra moeilijk maakt. Wanneer een woord dan eenmaal opgeslagen is in het geheugen, is het voor kinderen met TOS vaak ook nog moeilijk het weer terug te roepen, waardoor problemen met woordvinding ontstaan. Het kind weet wat het wil zeggen, kent het juiste woord wel, maar kan op dat moment niet op het juiste woord komen.
Ook de innerlijke taalontwikkeling van kinderen met TOS is minder goed. Deze kinderen beschikken over minder woorden om hun gedachten vorm te geven. Innerlijke taal is belangrijk bij het oplossen van problemen, bij het bijsturen van emoties, het leggen van verbanden, het begrijpen van situaties en bij abstract denken.
Signalen
Sommige kinderen met TOS praten (nog) helemaal niet of maar heel weinig. Wanneer kinderen met TOS wel praten zijn ze vaak moeilijk verstaanbaar. Deze kinderen kennen maar weinig woorden en maken vaak onlogische korte zinnen. Ze hebben moeite met het vormen van woorden, met zinsopbouw en grammatica. Ze vinden het niet alleen moeilijk woorden te onthouden, maar ook klanken onthouden wordt als lastig ervaren. Niet alleen het produceren van taal (praten) is moeilijk voor kinderen met TOS, ook het begrijpen van taal vinden ze lastig. Hierdoor begrijpen ze hun omgeving vaak niet goed. Dit kan ouders het gevoel geven dat hun kind niet luistert en kan voor conflicten met anderen zorgen omdat het kind niet juist reageert op wat er gezegd wordt. Opdrachten die mondeling gegeven worden, worden niet of slecht uitgevoerd, omdat het kind ze niet begrijpt. Concentratie is voor kinderen met TOS ook lastig. Dit alles bij elkaar zorgt er voor dat kinderen met TOS bijna altijd leer- en leesproblemen hebben. Soms zien we bij deze kinderen ook sociale, emotionele en gedragsproblemen. Ze hebben door hun taalproblemen moeite met sociale relaties en het uiten van hun emoties, omdat ze over te weinig woorden beschikken om deze goed te uiten.
Wanneer het vermoeden ontstaat dat een kind een taalontwikkelingsstoornis heeft, wordt het doorverwezen naar een audiologisch centrum. In een audiologisch centrum werken verschillende hulpverleners samen die gespecialiseerd zijn in klachten aan het gehoor of problemen met spraak en taal. Het kind zal uitgebreid onderzocht worden. Het gehoor zal allereerst getest worden. Wanneer het kind niet goed hoort, moet hier eerst uitgebreid naar gekeken worden en kan hier een goede verklaring gevonden worden voor een taalachterstand. Na de gehoortest zal de algemene ontwikkeling en specifiek de taal- en spraakontwikkeling van het kind onderzocht worden. Ook zal goed gekeken worden naar het non-verbale IQ.
Hulp
Hoe vroeger er begeleiding aangeboden kan worden, hoe beter het is. De taalontwikkeling bij kinderen is in de eerste zeven levensjaren het sterkst. Begeleiding bij kinderen jonger dan zeven jaar is dan ook vooral gericht op het inhalen van de taalachterstand. Vanaf zeven jaar gaat de begeleiding zich meer richten op technieken waarbij het kind leert problemen te omzeilen en compenseren, bijvoorbeeld door het gebruiken van een ander woord waar het kind wel op kan komen of het omschrijven van woorden waar het niet op kan komen.
Begeleiding wordt over het algemeen aangeboden door een logopedist of een audiologisch centrum. Het kind wordt met behulp van oefeningen en spelletjes gestimuleerd in de taalontwikkeling. Vaak gebeurt dit zowel individueel als ook binnen een groep. In de groep wordt de interactie met anderen extra gestimuleerd. Naast de ondersteuning van het kind zelf is er ook ondersteuning voor jou als ouder en voor de leidsters op het kinderdagverblijf/ peuterspeelzaal of de leerkracht op school. Zo weten de volwassenen om het kind heen wat ze van het kind mogen verwachten en hoe ze de taalontwikkeling kunnen stimuleren.
De begeleiding is er op gericht de taalontwikkeling verder op gang te brengen door middel van het leren van nieuwe woorden en gebaren. Door ook gebaren te leren kan het kind beter gaan communiceren en kan communicatie ook weer leuker gemaakt worden. Het kind kan duidelijker maken wat het bedoelt en dit gaat frustraties tegen. Ook wordt het kind geholpen emoties op een betere manier te uiten en leert het kind beter omgaan met andere kinderen. Dit alles bij elkaar helpt het kind meer zelfvertrouwen te krijgen.
Bij oudere kinderen met TOS richt de begeleiding zich vooral op het vergroten van het zelfvertrouwen, de weerbaarheid en de sociale vaardigheden. In kleine groepjes leren kinderen hoe ze met elkaar kunnen omgaan, hoe ze hulp kunnen vragen, hoe ze voor zichzelf kunnen opkomen en met emoties kunnen omgaan. De kinderen worden geholpen wat steviger in hun schoenen te komen staan.
Sommige kinderen met TOS gaan naar het regulier onderwijs, anderen bezoeken het speciaal onderwijs (cluster 2). Vaak is er ook een combinatie van beide mogelijk waarbij het kind binnen het reguliere onderwijs extra ondersteuning vanuit het speciaal onderwijs krijgt.
Door de taalontwikkeling te stimuleren kan TOS niet opgelost of genezen worden. Maar het is evengoed wel belangrijk de taalontwikkeling te blijven stimuleren. In de eerste plaats natuurlijk door veel taal te blijven aanbieden. Door veel te praten en veel voor te lezen krijgt het kind extra de kans zich taal eigen te maken. Belangrijk hierbij is het om rustig te praten, geen moeilijke woorden te gebruiken en goed oogcontact te maken tijdens het gesprek. Door uitleg kort te houden en maar één opdracht per keer te geven, is de kans groter dat de boodschap goed overkomt. Visuele ondersteuning bij het taalaanbod kan het makkelijker voor het kind maken taal te begrijpen. Illustraties in boeken en pictogrammen bij regels en afspraken kunnen helpen taal beter te begrijpen.
Wanneer het kind iets vertelt, is het belangrijk geduld te hebben en het kind rustig te laten uitpraten. Fouten kunnen beter niet direct verbeterd worden, dit leidt enkel tot frustratie omdat het kind ook wel weet dat het dingen verkeerd zegt. Beter is het om in het antwoord hetgeen het kind gezegd heeft op de juiste manier te herhalen. Zo zal het meer gemotiveerd blijven. Deze motivatie is heel belangrijk. het kind moet niet het gevoel krijgen het toch niet te kunnen. Het is daarom ook belangrijk dat de omgeving op de hoogte is van de taalproblemen en van de beste manier om dit kind te helpen bij het verwerven en verbeteren van de taal.
Er zijn een paar boeken voor kinderen over TOS. Er zijn ook verschillende boeken voor ouders. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel
Boeken voor kinderen:
- Pluis heeft TOS, Jolijn Thijssen (6 tot 10 jaar)
- Spraaktaal kids 4-7 jaar, Mijn denk- doe- en praatmap, Jet Isarin
- Spraaktaal kids 7-10 jaar, Mijn denk- doe- en praatmap, Jet Isarin
- Spraaktaal kids 10-14 jaar, Mijn denk- doe- en praatmap, Jet Isarin
- Spraaktaal, gids voor jongeren met een spraakstoornis, Jet Isarin
- Hoofd vol TOS, Lior Roelfsema
- Brreedbekkikker - Bernadette Vermeij
- Pluis heeft TOS, De zoektocht van Noita, Jolijn Thijssen
- Het Taalmonster van Kaat, Janneke Ipenburg
- Het grote TOS mysterie, wat aliens en robots ons kunnen leren over taal- Wouter Goudswaard
Boeken voor ouders en opvoeders/hulpverleners:
- Praten doe je met zijn tweeën, Elaine Weitzman
- Zo praat ik, een kijkje in het leven van jonge kinderen met een taalontwikkelingsstoornis, Evelien Dirks
- Ik ben niet perfect, nou en!, Riet Grauwels
- Hulpwaaier TOS, tips en strategieën bij de hand, Jet Isarin
- Leren praten met plezier, een handboek om de sociale-, spraak- en taalontwikkeling van kinderen te bevorderen, Elaine Weitzman
- Vechten voor mijn kind met een TOS, Heleen Gorter
- Communicatiekaarten TOS, Ondersteunen bij het verwoorden van gedachten en behoeften, Bernadette Sanders
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Stel uw vraag of advies aan huis
Informatie voor dit artikel komt van:
https://www.kentalis.nl/wat-is-tos
https://www.logopedie.nl/paginas/openbaar/wat-is-logopedie/taal/taalontwikkelingsstoornis-tos
https://gedragsproblemenindeklas.nl/leerstoornissen/tos-taalontwikkelingsstoornissen/
https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/175844-tos-taalontwikkelingsstoornis-bij-kinderen.html