Mama is van mij !
drs. T. de Vos- van der Hoeven - mei 2000
Het eerste kind in een gezin heeft altijd een periode meegemaakt dat hij/zij de ouders geheel voor zichzelf had. Deze periode is bij het ene kind een jaar, bij het andere kind soms wel vijf of acht jaar. Dit is een situatie die de volgende kinderen in het gezin nooit zullen meemaken. Het tweede kind is niet anders gewend dan dat hij of zij de ouders moet delen met een broertje of zusje.
De komst van een tweede kind in een gezin kan zeer ingrijpend zijn voor het al aanwezige kind. Plotseling moet de aandacht gedeeld worden, is er een 'rivaal' in het spel. Kinderen reageren zeer verschillend op de komst van een broertje of zusje. Het ene kind is alleen maar blij en net zo dol op het nieuwe gezinslid als de ouders, het andere kind zou de baby het liefst meteen met de vuilnisman meegeven en zegt dit ook letterlijk. En wanneer de oudste niet blij is met de baby, kan dit ook weer op vele verschillende manieren geuit worden. Het ene kind is gemeen wanneer de ouders niet kijken en verbergt zijn antipathie, het andere kind is er heel open in en vraagt simpelweg wanneer de baby nou weer eens weg gaat.
drs. T. de Vos- van der Hoeven - mei 2000
Het eerste kind in een gezin heeft altijd een periode meegemaakt dat hij/zij de ouders geheel voor zichzelf had. Deze periode is bij het ene kind een jaar, bij het andere kind soms wel vijf of acht jaar. Dit is een situatie die de volgende kinderen in het gezin nooit zullen meemaken. Het tweede kind is niet anders gewend dan dat hij of zij de ouders moet delen met een broertje of zusje.
De komst van een tweede kind in een gezin kan zeer ingrijpend zijn voor het al aanwezige kind. Plotseling moet de aandacht gedeeld worden, is er een 'rivaal' in het spel. Kinderen reageren zeer verschillend op de komst van een broertje of zusje. Het ene kind is alleen maar blij en net zo dol op het nieuwe gezinslid als de ouders, het andere kind zou de baby het liefst meteen met de vuilnisman meegeven en zegt dit ook letterlijk. En wanneer de oudste niet blij is met de baby, kan dit ook weer op vele verschillende manieren geuit worden. Het ene kind is gemeen wanneer de ouders niet kijken en verbergt zijn antipathie, het andere kind is er heel open in en vraagt simpelweg wanneer de baby nou weer eens weg gaat.
Bij jonge kinderen is het goed om niet te vroeg te vertellen over de komst van een broertje of zusje. Acht maanden is erg lang in een kinderleven. Beter is het om een paar maanden te wachten en de komst van een baby pas aan te kondigen wanneer de zwangerschap zichtbaar wordt. Voor het kind is het dan ook minder abstract, omdat het de buik van zijn of haar moeder kan zien. Al zal het je verbazen hoe weinig dit de meeste kinderen opvalt.
Toch blijft een baby in de buik van mama erg abstract. Het is bijna onmogelijk voor kinderen om zich een voorstelling te maken van hoe het zal zijn wanneer de baby er eenmaal is. Maar natuurlijk willen ouders hun kind toch graag zo goed mogelijk voorbereiden op de komst van een broertje of zusje. En hoe goed dit ook bedoeld is, het kan soms averechts uitpakken. Wanneer er vaak over het nieuwe kindje gepraat wordt en er nieuwe spulletjes gekocht worden, kan de oudste zich al afgewezen voelen voor de geboorte van het broertje of zusje. Het beste is dan ook wel te vertellen over de komst van een baby, maar er niet te veel over te praten. Laat het initiatief verder een beetje bij het kind. Bijna alle kinderen vinden die baby in mama's buik reuze interessant en zullen zelf snel genoeg met vragen komen.
Natuurlijk moeten er ook dingen gekocht worden en moet er een nieuwe kamer ingericht worden. Probeer dit op zo'n manier te doen dat je kind zo min mogelijk jaloers hoeft te zijn. Bij de aanschaf van nieuwe spullen voor de baby, kan het goed zijn het oudere kind ook een kleinigheidje te geven.
Wanneer het bed waarin de baby gaat slapen het huidige bed van de oudste is, is het goed om al enkele maanden voor de geboorte dit bed weg te halen. Berg het enige tijd op, zodat het even weg is, haal het pas enkele weken voor de geboorte weer tevoorschijn. Vaak is het beter om niet te zeggen dat het bed nodig is voor de baby, maar om te zeggen dat je zoon/ dochter nu groot genoeg is voor een kleuterbed. Hij/zij voelt zich hierdoor groot en heeft niet het gevoel zijn/ haar bed te moeten afstaan. Hetzelfde geldt wanneer er van kamer gewisseld moet worden. Doe dit ruimschoots voor de geboorte van het broertje of zusje.
Dit kan zeer overdonderend zijn voor de oudste en het is dan ook juist in deze beginperiode belangrijk dat er ook een hoop aandacht is voor dit kind. Stimuleer het bezoek ook aandacht te hebben voor hem of haar, vraag ook een kleinigheidje voor hem/ haar mee te nemen of koop zelf wat dingetjes om aan je oudere kind(eren) te geven op het moment dat de baby wel erg overladen wordt met cadeaus.
Maar realiseer je steeds, het belangrijkste is aandacht. In deze eerste weken kan het goed zijn wanneer je wat extra tijd vrijmaakt om met je oudste zoon/dochter leuke dingen te ondernemen. Wanneer je als moeder je de eerste weken nog slap en moe voelt of door de borstvoeding wat moeilijker langere tijd vrij kan maken voor het oudere kind, probeer dan in huis momenten te hebben dat je er even helemaal bent voor hem/ haar.
Ook is het goed om je kind te betrekken bij de baby. Houdt samen de baby vast. Laat je zoon/ dochter helpen spullen klaar te leggen voor het bad of kleding uit te kiezen die het broertje of zusje aan mag. Geef hierbij aan hoeveel je het waardeert dat je kind helpt en wat een grote hulp hij of zij is.
Zoals eerder gezegd uit ieder kind zich op een andere manier. Een flinke groep kinderen laat niet direct merken niet blij te zijn met het nieuwe kind. Zij tonen hun frustratie op een andere manier. Zo zien we dat kinderen plotseling vage lichamelijke klachten krijgen of moeilijk gedrag beginnen te vertonen. Op deze manier vragen ze om extra aandacht. Ook zien we vaak regressie naar de babytijd. Hiermee wordt bedoeld dat het kind plotseling weer gedrag uit de babytijd laat zien. Een zindelijk kind plast weer in zijn broek, een kind dat prima kan lopen wil plotseling alleen nog maar kruipen en een derde kind wil plotseling weer uit potjes eten of weigert nog te praten. Dit zijn normale verschijnselen, die het best verholpen worden door er tijdelijk aan toe te geven en wat extra aandacht te geven (want daar vraagt het kind indirect om. Het wil zeggen: "kijk ik ben ook nog klein, ik heb jullie ook nog nodig"). Meestal lossen deze problemen zich met een half jaar wel op. Het kind is dan gewend aan de nieuwe situatie, heeft een nieuw plekje in het gezin gevonden en heeft gemerkt dat het de ouders niet kwijtraakt.
Het kan een flinke teleurstelling zijn voor ouders, wanneer het oudere kind niet blij is met de komst van de baby. Toch is de beste reactie het te erkennen en accepteren. Negeren van ongewenst gedrag is niet raadzaam. Het kind leert zo het verkeerde gedrag aan en voelt zich nog meer afgewezen omdat het de aandacht waar het om vraagt niet krijgt. Hetzelfde geld voor straffen, het kind voelt zich dan helemaal afgewezen. Probeer de extra aandacht waar je kind om vraagt te geven. Probeer steeds momenten in te ruimen dat alle aandacht voor het oudere kind is (nog goed mogelijk de eerste maanden omdat de baby dan nog veel slaapt). Wanneer het kind de baby probeert pijn te doen is het belangrijk om niet boos te worden. Toon begrip voor dit gedrag, maar geef duidelijk aan dat het niet toelaatbaar is. Het kan goed zijn om er over te praten, maar dring hier niet te veel op aan. Te veel aandringen kan je kind weer het idee geven dat alles om de baby draait. En soms weten kinderen ook niet waarom ze hun broertje of zusje pijn hebben gedaan. Ze zijn in de war en hebben een hoop tegenstrijdige gevoelens.
De komst van een broertje of zusje kan een ingrijpende gebeurtenis zijn voor een kind. Belangrijk is dat ouders steeds open te staan voor de gevoelens van hun kind en begrip te tonen. Extra aandacht en wat geduld kan vaak ergere problemen voorkomen. Je oudste kind heeft wat tijd nodig om aan de nieuwe situatie te wennen. Over het algemeen zal met een half jaar tijd de rust teruggekeerd zijn en zijn de kinderen vaak al onafscheidelijk.
Een boekje lezen over het krijgen van een broertje of zusje kan kinderen helpen begrijpen wat er gaat gebeuren en helpen bij het praten over dit onderwerp, voor en na de komst van de baby. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel.
Baby op komst:
- Wat zit er in je buik, mama?, Sam Lloyd (1 tot 3 jaar)
- Kaatje en mama's buik, Liesbet Slegers ( 2 tot 5 jaar)
- Een baby'tje op komst, William Sears (4 tot 8 jaar)
- Bobbi wordt grote broer, Ingeborg Bijlsma (2 tot 5 jaar)
- Rikki wordt grote broer, Guido van Genechten ( 3 tot 6 jaar)
- Ik word grote broer/zus, Lore de Vilder (3 tot 6 jaar)
Als de baby er is:
- Kleine pluis, Dick Bruna (2 tot 4 jaar)
- Bobbi en de baby, Monica Maas ( 2 tot 5 jaar)
- Grote baby-boek, Guido van Genechten ( 2 tot 5 jaar)
- Saar wordt grote zus, Pauline Oud (3 tot 6 jaar)
- Onzichtbare Olivia, Adam en Charlotte Guillain/ Charlotte Cook (3 tot 6 jaar) (onze recensie)
Ondersteunend materiaal:
- Zwangerschapsaftelkalender voor broertjes en zusjes
- 'ik word grote zus'- kleding
- 'ik word grote broer'- kleding
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis