Wanneer wordt gamen een verslaving?
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - januari 2013
Menig ouder roept wel eens naar zijn of haar Oost-Indisch dove puber achter de computer of game-box: "Volgens mij ben je verslaafd aan dat ding." Gamen is een van de meest populaire bezigheden onder jongeren. Uren kunnen ze spelen wanneer ze de kans krijgen. En bij veel ouders rijst dan de vraag of het gamegedrag van hun kind nog onder het 'normale' valt of dat er toch echt een probleem aan het ontstaan is.
Gelukkig vormt het gamen voor de meeste jongeren geen groot probleem. Wat overigens niet inhoudt dat er geen grenzen gesteld moeten worden en afspraken gemaakt moeten worden. Bijna alle jongens gamen en spelen dan vooral agressieve spelletjes. Van de meisjes gamet ongeveer de helft. Zij spelen veel meer 'casual games': spelletjes met een redelijk eenvoudig spelconcept die snel aan te leren zijn en geen speciale vaardigheden vragen. Deze spelletjes hebben over het algemeen een korte speelduur en een snel oplopende moeilijkheidsgraad
Voor zo'n 3% van de jongeren is het spelen op de computer wel een dusdanig probleem dat we kunnen spreken van een verslaving. Ongeveer de helft van de gameverslaafden is tussen de twaalf en achttien jaar oud. En dit blijken toch met name jongens te zijn.
Wanneer is een puber gameverslaafd?
Wanneer een jongere vele uren per dag bezig is met gamen, hoeft dit nog niet te betekenen dat er sprake is van een verslaving. Het kan dat de ouders geen duidelijke regels gesteld hebben of deze onvoldoende handhaven. Wanneer pubers de kans krijgen om veel tijd te besteden achter de computer, is de kans groot dat ze dit ook doen.
Deze jongeren gaan minder spelen wanneer de grenzen duidelijker aangegeven worden, wanneer er minder tijd is om te spelen (b.v. omdat de vakantie voorbij is) of wanneer ze weer meer andere activiteiten krijgen. Dit kan best samen gaan met gemopper en wat verzet, maar het lukt wel.
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - januari 2013
Menig ouder roept wel eens naar zijn of haar Oost-Indisch dove puber achter de computer of game-box: "Volgens mij ben je verslaafd aan dat ding." Gamen is een van de meest populaire bezigheden onder jongeren. Uren kunnen ze spelen wanneer ze de kans krijgen. En bij veel ouders rijst dan de vraag of het gamegedrag van hun kind nog onder het 'normale' valt of dat er toch echt een probleem aan het ontstaan is.
Gelukkig vormt het gamen voor de meeste jongeren geen groot probleem. Wat overigens niet inhoudt dat er geen grenzen gesteld moeten worden en afspraken gemaakt moeten worden. Bijna alle jongens gamen en spelen dan vooral agressieve spelletjes. Van de meisjes gamet ongeveer de helft. Zij spelen veel meer 'casual games': spelletjes met een redelijk eenvoudig spelconcept die snel aan te leren zijn en geen speciale vaardigheden vragen. Deze spelletjes hebben over het algemeen een korte speelduur en een snel oplopende moeilijkheidsgraad
Voor zo'n 3% van de jongeren is het spelen op de computer wel een dusdanig probleem dat we kunnen spreken van een verslaving. Ongeveer de helft van de gameverslaafden is tussen de twaalf en achttien jaar oud. En dit blijken toch met name jongens te zijn.
Wanneer is een puber gameverslaafd?
Wanneer een jongere vele uren per dag bezig is met gamen, hoeft dit nog niet te betekenen dat er sprake is van een verslaving. Het kan dat de ouders geen duidelijke regels gesteld hebben of deze onvoldoende handhaven. Wanneer pubers de kans krijgen om veel tijd te besteden achter de computer, is de kans groot dat ze dit ook doen.
Deze jongeren gaan minder spelen wanneer de grenzen duidelijker aangegeven worden, wanneer er minder tijd is om te spelen (b.v. omdat de vakantie voorbij is) of wanneer ze weer meer andere activiteiten krijgen. Dit kan best samen gaan met gemopper en wat verzet, maar het lukt wel.

Een kind dat veel spelletjes doet op de computer hoeft dan ook echt niet meteen tot zorgen te leiden. Wanneer hij/ zij nog andere activiteiten heeft, sociale contacten onderhoudt buiten het spel om, nog naar school gaat, huiswerk maakt, nog aan tafel komt bij het eten en een beetje bijtijds naar bed gaat, zijn zorgen niet nodig.
We spreken van een gameverslaving wanneer een jongere tenminste een half jaar lang meer dan drie uur per dag (dit kan oplopen tot acht uur per dag) speelt. We zien dat deze jongeren steeds meer tijd achter de computer gaan doorbrengen en steeds minder tijd hebben voor andere zaken (school, sport, vrienden etc.). Ze maken amper nog deel uit van het gezinsleven en school en sociale contacten moeten wijken voor het spel of worden afgeraffeld.
Wanneer het gamen onmogelijk is (b.v op school, tijdens de maaltijd, in de nacht etc.) reageert de puber hier gestrest of agressief op. Het gamen kan leiden tot flinke conflicten zowel thuis als op school. Hierdoor kan soms de tijd achter de computer nog meer toenemen, omdat ouders het zat worden steeds deze strijd aan te moeten gaan of bang worden voor de reactie van hun kind. Schoolresultaten kunnen enorm te lijden hebben onder de gameverslaving. Door het spelen kan ook een slaapgebrek ontstaan omdat de jongere om twee uur 's nachts nog achter de computer zit. Bij sommige jongeren zien we ook dat ze zo opgaan in hun spel dat ze regelmatig een maaltijd overslaan. Om het gamen lange tijd achter elkaar te kunnen volhouden nemen ze soms hun toevlucht tot stimulerende middelen zoals koffie, energiedrankjes, maar ook softdrugs.
Een gameverslaving gaat dan ook regelmatig samen met een andere verslaving.
Er speelt bij het verslaafd raken overigens ook een lichamelijke factor mee. Tijdens het spelen van een computerspel worden verschillende hersenfuncties gestimuleerd, zoals het geheugen, de aandacht en het probleem-oplossend vermogen. Dit zorgt voor een aanmaak van meer dopamine, endorfine en adrenaline. Deze stoffen kunnen een gevoel van plezier en beloning geven, waardoor de jongere zich extra goed voelt tijdens het gamen.

Jongeren die gameverslaafd zijn blijken minder zelfvertrouwen te hebben. Het zijn over het algemeen jongens die sociaal onzeker of onhandig zijn, die minder tevreden zijn met hun leven en zich vaak eenzaam voelen. We zien vaak een verhoogde mate van agressief gedrag. De vraag is of deze agressie een gevolg is van de games en de verslaving of dat juist agressieve jongens eerder verslaafd raken en meer agressieve spelletjes spelen. Het is moeilijk hier een eenduidig antwoord op te geven, al heeft onderzoek wel uitgewezen dat niet iedere puber op dezelfde manier regeert op agressieve spelletjes. Het merendeel van de jongeren lijkt niet agressiever te worden van het spelen van agressieve spelletjes (al blijft hier discussie over). En als wel sprake is van een toename van agressie, dan doet zich dat evenzeer voor bij jongeren die verslaafd zijn aan een niet-agressief spel. Deze agressie kan mogelijk ontstaan door de problemen die ze ervaren doordat ze teveel tijd achter de computer doorbrengen of door ontwenningsverschijnselen op momenten dat ze niet kunnen gamen.
Jongeren die gameverslaafd raken blijken impulsiever te zijn en minder zelfbeheersing te hebben, waardoor ze steeds meer toegeven aan hun wens om veel te gamen.
Vaak zien we ook dat er sprake is van een vicieuze cirkel. Door eenzaamheid, sociale problemen en weinig zelfvertrouwen gaan jongeren steeds meer hun toevlucht zoeken tot de gamewereld. Hier voelen ze zich competent, door hun prestaties binnen het spel hebben ze vaak het gevoel aanzien te krijgen en het onderhouden van contacten met de andere gamers (bij een multi-playergame) verloopt vaak veel gemakkelijker dan in het echte leven. Ze zijn hierdoor vooral met het gamen bezig en verwaarlozen de contacten die ze hebben in het echte leven nog meer, met eenzaamheid en sociale problemen als gevolg. Deze problemen zijn dus zowel de oorzaak als het gevolg van het verslaafd raken aan het gamen. Het spelen wordt soms ook gebruikt om te ontsnappen aan negatieve emoties.
Computerspellen zijn in zijn algemeenheid meer verslavend dan bijvoorbeeld film of televisie. TV kijken is passief, bij een computerspel worden resultaten behaalt, hetgeen als beloning werkt. Dit stimuleert om verder te spelen, om meer resultaten te behalen.
Jongeren zijn vooral gevoelig voor 'massively online multi-playergames'. Dit zijn games waarin de speler rond loopt in een online speelwereld. Door verschillende opdrachten te vervullen kan hij volgende levels halen en zo stijgen in rang. Dit versterkt het gevoel ergens goed in te zijn en geeft de speler aanzien bij de andere gamers. Een onzekere puber die zichzelf niet aantrekkelijk vindt, kan zich online heel anders voordoen dan hij is door een avatar (representatie van de speler in de virtuele wereld) te kiezen die stoer en aantrekkelijk is en zich ook stoer en zeker van zichzelf te gedragen. In deze wereld kan hij plotseling tientallen vrienden hebben, terwijl in het echte leven niemand echt interesse in hem lijkt te tonen.
Deze online wereld blijft steeds bestaan en ook wanneer de jongere niet speelt kan er dus van alles gebeuren. Dit doet de drang om steeds online te gaan enorm toenemen. In veel spellen wordt ook samen gespeeld, wat de behoefte om te spelen nog eens versterkt want de jongere wil zijn teamgenoten niet in de steek laten. Dit soort spellen hebben ook geen einde. We zien dan soms dat de online wereld belangrijker wordt dan de echte wereld. Eenzaamheid en sociale problemen nemen hierdoor nog meer toe, waardoor de echte wereld beangstigend kan worden.

Gelukkig kunnen bijna alle jongeren op een redelijke manier omgaan met games. Natuurlijk is er wel eens strijd over de computer die uit moet of wordt er in de vakantie te veel tijd achter het beeldscherm doorgebracht. Maar de meeste pubers hebben best grip op hun gamegedrag. En van het spelen van verschillende computerspelletjes valt ook een hoop te leren (zie artikel: Mam, mag ik op de computer?). Slecht een zeer kleine groep is gevoelig voor echte gameverslaving.
Het verbieden van het spelen van computerspellen is dan ook geen oplossing. Overigens geldt dit ook voor de jongeren die wel verslaafd raken. Een gameverslaafde jongeren verbieden te gamen of zeer strikte regels opleggen lost het onderliggende probleem namelijk niet op en leidt tot conflicten en agressie. Nu moeten deze conflicten de mensen om de verslaafde heen er natuurlijk niet van weerhouden grenzen te stellen aan het gamegedrag. Maar enkel deze grenzen stellen is niet voldoende.
Er moet gezocht worden naar de oorzaak van de gameverslaving en hoe voor de hand dat misschien ook lijkt te liggen, dat is niet het spel zelf. Er moet bekeken worden waarom deze jongere zoveel tijd is gaan steken in het gamen, waarom hij zich beter voelt in de gamewereld en waarom hij wil ontsnappen aan de echte wereld. Wanneer iemand echt verslaafd is aan gamen is het goed om professionele begeleiding te zoeken.
De begeleiding die jongeren met een gameverslaving krijgen, bestaat over het algemeen uit het aanpakken van de sociale problemen en het versterken van het zelfvertrouwen. De jongere wordt geholpen weer meer activiteiten te vinden in de echte wereld. Daarnaast wordt het gamen ingeperkt door te leren doseren. De jongere hoeft niet te stoppen met gamen, maar moet er weer grip op leren krijgen.
Voorkomen is beter dan genezen.
Games verbieden is dus niet de oplossing. In de huidige maatschappij is de computer een onderdeel van ons leven en spelletjes horen hier ook bij. Maar duidelijke afspraken maken, kan wel helpen voorkomen dat er te veel tijd besteed wordt aan games. Door grenzen te stellen aan hoeveel er gespeeld mag worden, wanneer en welke spellen er gespeeld mogen worden, houden ouders beter zicht op het spelgedrag. Een duidelijke boodschap moet ook zijn dat huiswerk voor gaat. Door samen een planning te maken, kan de jongere geholpen worden goed te plannen en zo tijd over te houden voor andere activiteiten, waaronder ook gamen.
Door te praten over de spellen die hun kind speelt, eens mee te kijken of het spel ook eens zelf te spelen, hebben ouders ook meer inzicht in wat hun puber doet. En jongeren staan veel meer open voor een gesprek over het gamen, wanneer ze het gevoel hebben dat hun ouders weten waarover ze praten en zelf ook zien waarom het spel leuk kan zijn.
Door een jongere te leren op een goede, verantwoorde manier om te gaan met games en in de gaten te houden dat er voldoende tijd overblijft voor andere zaken zoals school, vrienden en gezinsleven, kan een eventuele verslaving over het algemeen voorkomen worden.
Een boek lezen over gameverslaving kan kinderen helpen bij het verantwoord omgaan met games. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Try again, Alie Rustenburg (9 tot 12 jaar)
- 100% Game, Lisette Droge (11 tot 15 jaar, keurmerk Makkelijk lezen)
- Gameboy, verhaal van een verslaving, Michiel Smit (15 +)
- Game over, Hoe pak je problematisch gamegedrag bij jongeren aan?, Matthias Dewilde
- Grip op gamen, over gamen en opvoeden, André Parren
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis
Informatie voor dit artikel komt van:
http://www.gameverslaving.nl
http://www.novadic-kentron.nl/
http://mijnkindonline.nl
http://www.gameverslaafd.nl
Lemmens, J. (2012), Oorzaken en gevolgen van gameverslaving, Pedagogiek in Praktijk 65, febr, 2012, blz 18 t/m 22
Foto's: Kennymatic, Kitkatherine, Joriel "Joz" Jimenez