rouw bij jonge kinderen

Omgaan met het overlijden van een dierbare is moeilijk voor jonge kinderen. Ze begrijpen vaak nog niet echt wat 'dood' inhoudt. Jonge kinderen uiten hun gevoelens van rouw ook vaak op een andere manier dan volwassenen doen.




Opvoeden-met-plezier-boek

Opvoeden met plezier beantwoordt de 48 meestgestelde opvoedkundige vragen over kinderen van 0 tot 7 jaar. Ouders kunnen hiermee op een positieve manier bijsturen bij de problemen en vragen waar ze in de dagelijkse opvoeding tegenaan lopen. Hier meer informatie
instagramopvoedadvies
facebookopvoedadvies
twitteropvoedadvies
Rouw bij jonge kinderen

Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - december 2011

Het verliezen van een dierbare, we willen het onze kinderen het liefst natuurlijk besparen. En gelukkig overkomt het ook veel jonge kinderen niet. Maar soms worden kinderen toch al op jonge leeftijd geconfronteerd met de dood, van een broertje of zusje, een opa of oma of een van de ouders. Vooral dat laatste heeft natuurlijk een enorme impact op het leven van het kind. Niet alleen moet hij/zij het overlijden van papa of mama verwerken, maar hij/zij moet ook wennen aan een nieuw leven met maar één ouder en vaak grote veranderingen.

Jonge kinderen gaan vaak anders om met rouw dan wij als volwassenen gewend zijn. Zij verwerken het overlijden van een dierbare vaak meer in stukjes. Momenten van groot verdriet worden afgewisseld met momenten dat er gewoon gespeeld wordt en het kind plezier maakt. Jonge kinderen uiten hun gevoelens van verdriet, boosheid en verwarring vaak ook op een andere manier, een manier die niet altijd even goed te herkennen is als rouw. Zo zien we vaak dat ze lichamelijke klachten melden of moeilijk of agressief gedrag vertonen. Ook boosheid, ontkenning, slaap- en eetproblemen, onrust en concentratieproblemen en het heel veel zoeken van fysiek contact zijn uitingsvormen van rouw die we veel zien bij jonge kinderen.
Sommige kinderen lijken hun gevoelens wat weg te stoppen. Ze willen hun omgeving en vooral hun ouder(s) niet belasten met hun verdriet en hen zo in bescherming nemen. Vooral wanneer een ouder overleden is, zien we vaak dat kinderen het eigen verdriet wegdrukken om de overgebleven ouder te beschermen. Wanneer het dagelijkse leven dan weer aanvangt en het de ouder weer lukt de draad wat op te pakken, toont het kind pas de gevoelens van rouw. Dit wordt dan niet altijd opgepikt omdat het gevoel ontstaan is dat het kind goed heeft kunnen omgaan met het overlijden van de ouder. Dit herkennen van rouw is extra moeilijk wanneer het kind geen verdriet toont maar ongewenst gedrag gaat laten zien. Ook zien we dat jonge kinderen soms minder huilen op de momenten dat wij dat als volwassenen verwachten (op momenten dat we herinnerd worden aan de overledene) maar wel erg verdrietig kunnen zijn om wat in onze ogen futiliteiten zijn. Alertheid is dan ook altijd aangeraden wanneer een kind weinig emoties toont na een overlijden of enige tijd na het overlijden moeilijk gedrag begint te laten zien.
Stacks Image 7
Wanneer de volwassenen om het kind heen hun emoties zo min mogelijk tonen om het kind hier niet mee te belasten, kan bij het kind ook het idee ontstaan dat het zijn gevoelens beter niet kan uiten. Het is beter voor het kind wanneer het kan zien dat de volwassenen om hem/haar heen ook verdrietig zijn. Dit geeft meer ruimte om ook het eigen verdriet te tonen. Natuurlijk moet het kind niet het idee krijgen dat de volwassene het verdriet eigenlijk niet aankan, want dat kan beangstigend zijn.
Als een kind weinig verdriet laat zien of niet wil praten over het overlijden is het het beste dit te accepteren, maar wel steeds het kind te laten voelen dat het deze gevoelens wel mag en kan uiten. Door de eigen emoties gedoseerd te tonen, te praten over de overledene, herinneringen op te halen of een boekje te lezen over verlies en rouw kan het kind geholpen worden toch uiting te gaan geven aan de emoties waar het mee worstelt. Hij/zij moet ervaren dat de overledene 'er bij blijft horen' en dat de herinneringen, ook al doen ze nu pijn, ook mooi zijn.
Belangrijk is dat het kind de kans krijgt op zijn/haar eigen manier het verlies te verwerken. Kinderen hebben behoefte aan iemand om mee te praten of hen alleen maar vast te houden, maar ook om weer leuke dingen mee te doen en te ervaren dat het leven weer verder gaat. Juist omdat jonge kinderen over het algemeen niet doorlopend verdrietig zijn.
Als volwassenen moeten wij het kind de boodschap geven dat we om kunnen gaan met het verdriet en dat we er vertrouwen in hebben dat het kind er ook mee om zal kunnen gaan, ook al voelt dat nu misschien nog niet zo.

Rouwen op verschillende leeftijden

Baby's en dreumesen begrijpen nog niets van de dood en kunnen het concept van verlies nog niet echt bevatten. Natuurlijk kunnen ze wel het gemis ervaren van de persoon die er niet meer is. Maar het meest reageren kinderen in deze leeftijdsgroep op de emoties van de mensen direct om zich heen. Baby's voelen het meteen wanneer de ouder het moeilijk heeft en zijn gevoelig hiervoor. Hierdoor zien we ook bij deze heel jonge kinderen een reactie op het overlijden van een dierbare.
Op de peuterleeftijd beginnen kinderen iets te begrijpen van de dood al is de onomkeerbaarheid ervan nog moeilijk te bevatten voor een peuter. Een peuter kan rustig na een begrafenis vragen wanneer opa nou weer thuis komt. Kinderen van deze leeftijd hebben ondersteuning nodig en ondanks dat ze niet alles begrijpen, is het wel goed ze zo veel mogelijk te betrekken bij het afscheid. Dit helpt ze grip te krijgen op wat er gebeurt en ervaren helpt jonge kinderen dingen te begrijpen. Jonge kinderen gaan vaak ook minder angstig en meer onbevangen om met de overledene. Ze zijn niet bang deze nog te zien of aan te raken.
We zien dat peuters vaak in hun spel nog bezig zijn met alles wat ze ervaren. Ze spelen begrafenis of beer gaat dood. Als ouder kan het moeilijk zijn om dit te zien, maar voor het kind is dit een hele goede manier om om te gaan met deze overdonderende ervaring. Kinderen geven het op deze manier een plek.

Ook kleuters hebben er nog moeite mee te bevatten dat de dood blijvend is, al beginnen ze dit wel steeds beter te begrijpen. Kleuters hebben vaak heel veel vragen, soms ook heel praktische (gaat de kist dan niet stuk onder de grond, wat gebeurt er dan met oma bij de crematie) die we als volwassenen maar moeilijk te beantwoorden vinden. Het beste is het zo eerlijk mogelijk te antwoorden. Door veel te vragen proberen kleuters grip te krijgen op alles wat er gebeurt. Kleuters hebben deze duidelijkheid ook nodig omdat ze anders zelf gaan verzinnen hoe het zit en hun fantasie kan erger zijn dan de realiteit.

Ook kinderen van zes/zeven/ acht hebben vaak veel vragen, over het overlijden, de uitvaart en ook wat er daarna dan volgt. Zeker wanneer het een direct familielid betreft kan dit veel vragen oproepen hoe het gezin zal gaan functioneren na het overlijden. Op deze leeftijd begrijpen kinderen goed wat de dood inhoudt en zijn ze zich er goed van bewust dat het een afscheid voor altijd betekent. Kinderen van deze leeftijd kunnen zich soms maar moeilijk uiten uit angst kinderachtig gevonden te worden en juist op deze leeftijd zien we veel kinderen die zichzelf wegcijferen om de ouder(s) te ontlasten. Door het kind te betrekken bij de uitvaart en hier ook echt een rol in te laten spelen (iets voorlezen, iets voor op de kist laten maken etcetera), kan het kind de ruimte krijgen wel emoties te uiten, zonder dat dit hoeft in de vorm van praten of huilen. Uiteraard moet daarbij steeds gekeken worden wat het kind aankan en waarbij het kind zich het prettigst voelt.
Stacks Image 10
Kinderen die al wat groter worden, vanaf een jaar of negen/tien, zijn vaak ook erg bezig met hoe ze gezien worden door de wereld om zich heen. Wat wordt er van mij verwacht in deze situatie? Vooral in het contact met leeftijdgenoten willen ze hun gevoelens niet te veel tonen en niet te veel praten over het overlijden, uit angst in een uitzonderingspositie te komen en de aansluiting met leeftijdgenoten te verliezen.
Ook op deze leeftijd is het belangrijk dat het kind vragen mag stellen en kan praten over het overlijden. Soms is het voor deze kinderen prettiger wanneer ze kunnen praten met iemand die net iets verder van de overledene afstaat, zodat ze zich kunnen uiten zonder zich zorgen te hoeven maken over wat dit doet met de ander. Met je moeder praten over je lievelingsopa is moeilijk wanneer je weet dat zij rouwt om het verlies van haar vader. Met bijvoorbeeld een oom van vaders kant praten is dan makkelijker omdat hij minder geraakt is door het overlijden van opa. Natuurlijk moet het kind ook bij de ouder(s) terecht kunnen en emoties kunnen delen, maar praten met iemand die er even helemaal kan zijn voor het kind zonder zelf te worstelen met gevoelens van rouw, kan een enorm steun zijn.

Het overlijden van een ouder

Wanneer een vader of moeder komt te overlijden is dit uiteraard een groot verlies voor het kind. Maar naast dit grote verlies, raakt het nog meer kwijt, namelijk het vertrouwde leven dat het had. De overgebleven ouder moet het in zijn/ haar eentje zien te redden. Veel kan hierdoor veranderen. De ouder kan anders in de opvoeding komen te staan, het gezin kan er financieel gezien anders voor komen te staan, waardoor sommige dingen niet meer kunnen of het gezin gedwongen is te verhuizen en sommige dingen zijn moeilijker uitvoerbaar waneer er nog maar een ouder is (b.v. zwemmen met twee jonge kinderen is goed te doen met zijn tweeën, maar in je eentje een hele uitdaging).

We zien vaak dat kinderen na het verlies van hun ouder ook erg bezig zijn met het welzijn van de overgebleven ouder. Enerzijds omdat ze het verdriet van deze ouder zien en hem/haar graag willen ondersteunen en helpen, anderzijds ook uit angst ook deze ouder kwijt te raken. Kinderen kunnen hierdoor hun eigen verdriet gaan wegstoppen en zichzelf gaan wegcijferen. Pas wanneer de ouder weer sterker is komen te staan, durft het kind de emoties te uiten en zien we vaak gedragsproblemen de kop opsteken.
Het is dan ook belangrijk om deze zorgen zoveel mogelijk bij het kind weg te nemen en het de ruimte te geven te rouwen. Door als overgebleven ouder hulp uit de omgeving te aanvaarden en ook tijd voor jezelf te nemen, help je je kind te zien dat jullie het gaan redden, hoe moeilijk het nu ook is.
Stacks Image 13
Steun bieden en begeleiden.

Jonge kinderen rouwen dus vaak op een andere manier dan volwassenen en dat kan er voor zorgen dat ouders niet altijd weten wat de juiste manier is om hun kind te begeleiden. Vooral omdat het zo'n moeilijk onderwerp is om over te praten en omdat ouders hun kind zo veel mogelijk verdriet willen besparen. Ouders die worstelen met hun eigen verdriet willen hun kind daar niet mee belasten en vinden het soms moeilijk om te gaan met het verdriet van hun kind.
Toch is openheid een belangrijke sleutel tot het leren omgaan met het verlies, zowel voor de ouder(s) als voor het kind. Het is goed te praten over het verlies en samen het verdriet te kunnen ervaren. Vooral jonge kinderen hebben uitleg nodig van de ouders om te begrijpen wat het overlijden inhoudt en voorbereid te zijn op het afscheid en de tijd die daarna gaat komen. Het is een harde boodschap voor jonge kinderen dat 'dood gaan' 'voor altijd weggaan' betekent, maar het kind heeft er niets aanals ouders dit verbloemen.

Belangrijk is ook dat het kind ervaart dat alles wat het voelt geaccepteerd is. Het kind mag boos zijn, het mag verdrietig zijn, maar het mag ook opgelucht zijn bijvoorbeeld omdat het niet meer stil hoeft te zijn voor een ziek familielid of omdat er weer vriendjes kunnen komen spelen. En het kind mag ook vrolijk zijn, tussen al het verdriet door. Gewoon, omdat kinderen niet steeds verdrietig kunnen zijn en omdat het leven ook verder gaat. Het is heel belangrijk dat kinderen zich niet schuldig voelen over deze gevoelens.
Wanneer een kind zijn/ haar gevoelens vooral uit in ongewenst gedrag is de oplossing niet dit gedrag maar te accepteren omdat het duidelijk is waardoor het ontstaat. Ook in deze moeilijke periode moet het kind aangesproken worden op ongewenst gedrag. Maar vooral moet het kind geholpen worden op een andere manier uiting te geven aan gevoelens van rouw.

Door samen herinneringen op te halen, foto's te kijken en te praten over de overledene leert het kind dat deze persoon in de gedachten van het kind kan blijven. Maar daarnaast moet het leven ook weer opgepakt worden. Voor kinderen is het vaak het fijnst wanneer ze zo snel mogelijk weer hun oude ritme kunnen oppakken en hun vertrouwde dingen weer mogen gaan doen. Dit geeft ze structuur, houvast en het gevoel dat het weer goed kan komen, ondanks het grote gemis dat altijd zal blijven.
Praat hier ook over met het kind en maak duidelijk dat - hoe groot het verdriet op dat moment ook is - het dragelijker zal worden, het kind weer plezier zal kunnen hebben en dat dat ook goed is.

Wanneer de overledene heel dicht bij het kind stond, kan het kind ook erg angstig worden. Bang om ook de andere gezinsleden te verliezen of zelf misschien dood te gaan. Dood gaan wordt plotseling, van iets dat alleen oude mensen overkomt, iets wat iedereen kan over komen. En dat is een zeer beangstigende gedachte. Kinderen kunnen hierdoor erg aan de ouder(s) gaan hangen of bang worden van huis te gaan. Het is goed deze angst serieus te nemen en het kind te steunen, maar het kind ook te stimuleren toch van huis te gaan en weer dingen te ondernemen.
Stacks Image 16
Signalen dat het niet goed gaat.

Ieder kind gaat op zijn/haar eigen manier om met het verdriet na een overlijden en het is goed het hier de ruimte voor te geven. Niets is hierbij verkeerd.
Wel is het goed er alert op te zijn of het kind wel kan omgaan met de rouw. De eerste maanden is het logisch dat hij/zij van slag is en het moeilijk heeft. Maar wanneer het kind na een half jaar nog steeds enorm worstelt met het overlijden van de dierbare is het goed te kijken of het rouwproces niet is vastgelopen. De volgende signalen kunnen er dan op duiden dat het niet goed gaat met het kind.

Allereerst zien we vaak vermijdingsgedrag bij kinderen die niet goed om kunnen gaan met hun rouw. Deze kinderen hebben hun gevoelens ver weg gestopt en tonen deze bijna nooit. Wanneer ze deze gevoelens wel tonen worden ze er vaak helemaal door overspoeld en hebben ze er geen grip op. Dit ervaren ze als zo beangstigend dat ze de gevoelens zo snel mogelijk weer wegstoppen. Deze kinderen vermijden de dingen die hen herinneren aan de overledene meestal ook, omdat de herinneringen te veel pijn doen of het te moeilijk maken de emoties onder controle te houden.
Een tweede signaal dat het niet goed gaat met het kind is een zeer negatieve houding. Het kind ziet alles zeer negatief, beleeft aan bijna niets nog plezier, trekt zich enorm terug en kan een depressieve indruk maken. Al deze gevoelens zijn begrijpelijk na een groot verlies, maar moeten niet na ruim een half jaar nog de boventoon voeren.
Ook te zorgzaam gedrag naar de ouders of andere volwassene (b.v. oma die alleen achter is gebleven) toe kan er op duiden dat het niet goed gaat met het kind. Het komt dan te weinig toe aan de eigen verwerkingen en het kan ook als een te grote verantwoordelijkheid voor het kind voelen.

Wanneer het kind niet goed lijkt om te kunnen gaan met het verlies of je hebt als ouder het gevoel je kind onvoldoende te kunnen steunen in deze moeilijke tijd, is het goed hulp te zoeken. Soms is hulp van buitenaf nodig omdat de familie te dicht betrokken is bij het overlijden. Bij een niet betrokken buitenstaander kan het kind dan beter uiting geven aan alle verwarrende gevoelens die deel uit maken van het rouwproces en leren hier wijs uit te worden en orde in aan te brengen.

De volgende boeken gaan over verlies en rouw en zijn geschikt voor jonge kinderen. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:

- Lieve oma Pluis, Dick Bruna (1 tot 4 jaar)
- Kikker en het vogeltje, Max Velthuijs (3 tot 5 jaar)
- Dag opa Henk, Monica Maas (3 tot 5 jaar) (onze recensie)
- Derk Das blijft altijd bij ons, Susan Varley (4 tot 6 jaar)
- Een boom vol herinneringen, Britta Teckentrup (4 tot 6 jaar)
- Ik mis papa, Kai Lüftner, Katja Gehrmann (4 tot 7 jaar) (onze recensie)
- Mols Hoop, Helen van Vliet, Kristina van Remoortel (4 tot 7 jaar) (onze recensie)
- Dat is heel wat voor een kat, Judith Viorst (4 tot 7 jaar)
- Een opa om nooit te vergeten, Bette Westera (4 tot 7 jaar)
- Ik had je nog zoveel willen zeggen, Martine Van Nieuwenhuyzen (4 tot 7 jaar)
- Siens Hemel Bibi Dumon Tak (5 tot 8 jaar)
- Vuurtoren, Koos Meinderts (7 tot 10 jaar)
- Het geheim van het Nachtegaalbos, Lucy Strange (10 tot 12 jaar)

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis





Literatuur
http://www.nji.nl/smartsite.dws?id=116664
http://www.jmouders.nl/Themas/Opvoeding/Opvoeden/Omgaan-met-rouw-Huilen-mag-leuke-dingen-doen-ook.htm
http://www.uitvaart.nl/infotheek/rouw/rouw-bij-kinderen
http://www.peuterplace.nl/rouwverwerking/rouw_peuter_kleuter.htm
http://www.jmouders.nl/Themas/Opvoeding/Opvoeden/Het-leven-Na-Papa.htm
http://www.peuteren.nl/afscheid/rouw_bij_kinderen.php

Omgaan met het overlijden van een dierbare is moeilijk voor jonge kinderen. Ze begrijpen vaak nog niet echt wat 'dood' inhoudt. Jonge kinderen uiten hun gevoelens van rouw ook vaak op een andere manier dan volwassenen doen.




Opvoeden-met-plezier-boek

Opvoeden met plezier beantwoordt de 48 meestgestelde opvoedkundige vragen over kinderen van 0 tot 7 jaar. Ouders kunnen hiermee op een positieve manier bijsturen bij de problemen en vragen waar ze in de dagelijkse opvoeding tegenaan lopen. Hier meer informatie
Auteursrechten nadrukkelijk voorbehouden